BEZOEKT
6porto73ar
AMERICAN BAR
Warmoesstraat 140, Tel. 47828 AMSTERDAM
Gebrek aan schutters.
979
Onze elf.
Wat onze spelers betreft hebben vanderMeulen, Denisenvan K o 1 weer hun gewone goede spel gegeven. Daaraan is men in den laatsten tijd zoo gewend geraakt, dat het schier vanzelf sprekend is. Het is slechts uilen brengen naar Athene om thans nog den lof van dit drietal te gaan zingen.
In de middenlinie leek ons in het eerste gedeelte Massy een volkomen mislukking. Hij liep keer op keer op zijn tegenstanders in, doch gewoonlijk was men hem te vlug af, zoodat hij betrekkelijk slechts weinig den bal te pakken kreeg. Dat er daardoor van het steunen van den aanval weinig terecht kwam, ligt voor de hand. Van Boxtel en van Heel waren in de eerste helft iets beter, maar toch geenszins voldoende, dat werden ze eerst in de tweede helft. Toen heeft trouwens de geheele middenlinie een stuk beter voetbal ten beste gegeven. Dat was tenminste voetbal, dat men, zonder zich te schamen, aan de vele internationale gasten op de tribune kon voorzetten!
Het maakte den indruk, dat er door onze geheele ploeg in het tweede gedeelte veel geestdriftiger werd gespeeld dan daarvoor. Men liet nu den tegenstander geen oogenblik vrij spel doch viel hem dadelijk krachtig aan. Het was gelukkig, dat de leiding bij den Belg Langenus in goede handen was. Hij greep in waar noodig was en voorkwam daardoor dat de beide ploegen de perken te buiten gingen.
De voorhoede was in het eerste gedeelte op W e b e r na een mislukking. E 1 f r i n g kreeg vrijwel niets te doen, zoodat men hem over zijn weinigop den voorgrond treden niet lastig kan vallen. Ook het binnentrio, Gehring, Freeze en Buiten-
Pet
weg, kon er maar niet inkomen, van dat drietal ging dan ook heel weinigkracht uit. In de tweede helft is daarin heel wat verbetering gekomen, maar toch bleef dat binnentrio het zwakke punt. Het optreden van Buitenweg was niet bijster gelukkig, al leen in het tweede gedeelte kwam hij Wat op gang, doch ook toen miste hij eenige kansen.
Het wordt voor de Technische Commissie een lastige taak om een behoorlijke ploeg samen te stellen daar meer en meer duidelijk wordt, dat er hier een groot gebrek is aan voorhoedespelers van internationale klasse
Misschien dat men in de komende wedstrijden voor het Troosttournooi — indien dat tenminste door gaat — nog eens een proef met een nieuwe opstelling kan nemen.
Wat de Urugeezen ons hebben voorgezet behoort zeker tot het beste voetbal, dat door amateurs wordt ten beste gegeven. In hoeverre men de heeren als amateurs kan beschouwen,
treezë]stormt op keeper Mazali in
WAT KOMEN GAAT!
Vrijdag 1 Juni: 7 uur: Italië— Spanje.
Zaterdag 2 Juni: 4 uur: België —Argentinië.
Zondag 3 Juni: 4 uur: Uruguay —Duitschland.
Maandag 4 Juni: 7 uur: Egypte—Portugal.
6 en 7 Juni: demi-finales.
Zaterdag 9 Juni: wedstrijd om den derden prijs.
Zondag 10 Juni: finale.
Café-Restaurant VAN TUYLL
Amstelveenscheweg hoek Stadionplein
Restaurant a la carte den geheelen dag -
kan ik niet beoordeelen, maar het staat toch wel vast, dat deze spelers stuk voor stuk meer gelegenheid tot oefenen gehad moeten hebben dan onze spelers, daar zij het anders zeker nooit tot zoo'n hoogte zouden hebben kunnen brengen. De neger Andrade goochelde weer even vroolijk met den bal als in 1924 te Parijs.
De voorhoede is bijzonder sterk. Dat onze achterhoede slechts tweemaal de heeren liet passeeren, pleit voor de kracht van onze verdediging, die zich tegen het snel passeeren en de handigheid van de aanvallers volkomen opgewassen toonde. Op dat handige spel hadden onze middenspelers slechts weinig vat. De eenige fout was, dat de heeren niet voldoende op buitenspel letten. Nu slaagden onze verdedigers er in met behulp van dien regel heel wat gevaarlijke aanvallen onschadelijk te maken. Scarone en Cea bleken nog even gevaarlijk als in 1924 in Parijs. Ook de beide vleugelspelers mochten er wezen. Trouwen . Urdinaran heeft het ook in 1924 te Parijs aan onze verdedigers lastig' genoeg gemaakt.
In het tweede gedeelte van den wedstrijd kreeg de achterhoede van de Urugueezen eerst gelegenheid te toonen, wat ze van het spel kon en dat bleek inderdaad niet gering te zijn. Alles bij elkaar lijkt ons Uruguay ook ditmaal weer een ploeg te hebben, die in staat is het Olympisch kampioenschap te winnen.
Over de leiding van den heer Langenus kan men zeker tevreden lijn. Hij leidde met veel takt. De Urugueezen vonden het onpleizierig, lat hij zoo dikwijls voor buitenspel floot, doch dat was toch hun eigen schuld. Het was overigens geen gemakkelijke wedstrijd, want al was de
stemming niet zóó onaangenaam als destijds in Parijs, bepaald vriendelijk was ze toch niet, zoodat de leider zelfs een paar waarschuwingen heeft moeten geven.
Over het geheel genomen, is het geen slechte wedstrijd van onze ploeg geweest, maar toch was het ook geen kamp waar men nog lang over zal praten.