3$v*/h> vite^de tr^pv tte*ts>

867

HE T VOETBA L 70 URNO 01 IN 1920.

De Antwerpsche Olympische voetbal-wedstrijden vormen helaas nu niet

bepaald een schitterende bladzijde van de Nederlandsche voetbalhistorie!

Aan de voorbereiding heeft dat ditmaal niet gelegen, ten deele echter wel aan de omstandigheid, dat men. bij die voorbereiding zoo weinig medewerking van de spelers ondervond.

Spelers, die aanvankelijk hun volle medewerking hadden toegezegd, bleken later verhinderd de oefeningen mee te maken, waarvan het gevolg' was, dat men telkens wijzigingen in de ploeg meest brengen. Sterk was dan ook het elftal, dat ten slotte naar Antwerpen trok, niet bepaald, doch men diende te roeien met de riemen, welke men had. Er waren evenwel nog andere omstandigheden, die een welslagen van den Antwerpschen tocht in den weg stonden. Het is n.1. zeer de vraag of men. wel verstandig gedaan had idoor de spelers op een schip ten onder te brengen.

Men kreeg voorts den indruk, dat er aan de leiding, al was die natuurlijk van goeden wil, wel het een en ander ontbrak, wat overigens eenigszins verschoonbaar was, daar het niet gemakkelijk is in zoo'n gezelschap spelers uit verschillende standen der maatschappij en met zoo uiteenloopende karakters den juisten toon te vinden. Zoo trachtte imen b.v. de avonden wat op te vroolijken met een gramafoon. De een vond dat prettig, de ander daarentegen een mishandeling van z'n muzikaal gevoel, waarvan men op een eenigszins zonderlinge wijze uiting gaf door n.1. de platen met jam in te smeren!

'N ONAANGENAME STEMMING.

Of het nu kwam door de mislukking van het verblijf op een schip dan wel doordat sommige spelers de zaak meer als een prettig pleizierreisje dan als een ernstige vertegenwoordiging van het Nederlansche voetbal, zou ik niet kunnen vaststellen. Een feit was het echter, dat de stemmingonder de spelers niet prettig was. De Nederlandsche Elftal Commissie zag zich ten slotte zelfs genoodzaakt enkele spelers van verdere deelneming aan de wedstijden uittesluiten. Wat de resultaten der wedstrijden betreft

diene, dat Nederland in de voorronde met 3—0 van Luxemburg' won, daarna in een wedstrijd, die 2 uur duurde, met 5—4 van de Zweden won om ten slotte door de Belgen met 3—0 geslagen te worden.

Het is steeds mijn meening geweest, dat men, ondanks de minder goede stemming, toch betere resultaten zou hebben verkregen indien men met meer beleid gebruik gemaakt had van de beschikbare krachten. De wijzigingen, welke men na den eersten wedstrijd aanbracht, waren een, verzwakking' van de ploeg. Na de met moeite bevochten overwinning op de Zweden had men stellig voor den wedstrijd tegen de Belgen eenige versche spelers in de ploeg moeten opnemen. Men deed dat echter niet en verminderde daardoor de kans op een overwinning geducht. In de tweede helft van dien wedstrijd was het duidelijk, dat enkele oudere spelers, die hun derden wedstrijd in een betrekkelijk kort tijdsverloop speelden, vrijwel waren uitgespeeld, wat men gemakkelijk had kunnen voorzien en waarop ook vooraf door de Medische Commissie was gewezen.

Het onaangename was, dat we desondanks den wedstrijd hadden kunnen winnen, daar onze ploeg niet zuinig door het' geluk werd begunstigd. De pauze kwam met 0—0 doch onmiddellijk na de hervatting maakte McNeill, onze doelverdediger, een tweetal fouten, waarvan evenveel doelpunten het gevolg waren. Zoo werden we van verdere deelneming uitgesloten.

OM DE DERDE PLAATS.

Door een merkwaardige _ regeling, waarvan niemand — zelfs niet de uitvinders er van! — iets begreep, moesten we daarna tegen Spanje, dat reeds in de eerste ronde verloren had, een wedstrijd spelen om de derde plaats.

Het resultaat was, een 3—1 nederlaag, waarmede het Nederlandsch elftal feitelijk nog tevreden mocht zijn.

Hoewel onze ploeg den halven eindstrijd bereikte, evenals bij de vroegere nivmnische Snelen het geval geweest

is, heeft men ditmaal daarmede al heel weinig eer ingelegd. De overwinning op Luxemburg, dat eigenlijk geen partij voor ons elftal was, kan

Overal plaatselijke agenten gevraagd^

men wel buiten beschouwing laten. De wedstrijd tegen de Zweden, dien we met 5—4 na een half uur verlenging hebben gewonnen, zouden we onder behoorlijke leiding reeds vóór het einde van den gewonen speeltijd verloren hebben.

HET VREEMDE INTERVIEW.

De Tsjech Fanta gaf bij dezen wedstrijd allerlei zonderlinge beslissingen voor het meerendeel in het nadeel der Zweden. Van dezen wedstrijd, of liever van dezen scheidsrechter, herinner ik me overigens nog iets grappigs.

Ik zat bij dien wedstrijd op de perstribune naast collega Meerum Terwogt, die reeds destijds voor de afdeeling „luim" onder de journalisten zorgde. Toen de beide ploegen in het veld stonden en Fanta wilde laten tossen, verklaarde m'n buurman dat hij eerst eens een interview met den scheidsrechter wilde hebben. Hij verzocht daarom een langs het terrein loopend ordebewaarder naar den scheidsrechter toe te gaan en hem te vragen even bij den heer Terwogt op de perstribune te komen. De boodschapper stevende het veld in en zoowaar, tot algemeene verbazing' kwam de heer Fanta onmiddellijk zeer welwillend naar Terwogt toe. Deze begroette hem hartelijk, verzocht hem eerst zijn naam nauwkeurig op te geven en stelde hem daarna de vraag of hij wel eens eerder gefloten had. Nadat de heer Fanta een bevestigend antwoord gegeven had, werden hem nog verschillende vragen gedaan, vragen van niet de minste beteekenis, waarbij Terwogt echter ijverig de antwoorden noteerde. Intusschen stonden de spelers in het veld zich met verbazing af te vragen waar de scheidsrechter gebleven was, terwijl ook het publiek niets van de vertraging begreep. Toen Terwogt meende Fanta genoeg te hebben laten praten, bedankte hij hem vriendelijk voor z n welwillendheid, er aan toevoegende. „Nu kunt u wel weer ra het veld gaan!" De heer Fanta maakte een beleefde buiging en verdween om den wedstrijd te gaan leiden.

De heer Terwogt verklaarde onmiddellijk dat iemand, die zich zoo voor den gek liet houden, onmogelijk een goed scheidsrechter kon zijn, een meening' die, zooals in den wedstrijd bleek, volkomen juist was.

DRINKT UITSLUITEND

Koffie en Thee van de firma O. Drost & Zoon

Amstel 306, AMSTERDAM, Tel. 37114