720
KOFFIE en THEE „DE STER" OVERTREFT ALLES VER! Fa. Sn. Levelt t.o. Centraal-Statioit
Feijenoord's eerste nederlaag.
Tegen de verwachtingen in slaagde N.O.A.D. er in toch nog wat spanning in de kampioenscompetitie te brengen door met 2—1 op eigen terrein van Feijenoord te winnen en dat nog wel volkomen verdiend. Het nu al zoo langen tijd bestaande ongeslagen record voor de thuiswedstrijden van N.O.A.D. is derhalve al weer gehandhaafd, waarmede het opnieuw bewezen is, dat onder de voetbalsupporters die van de Tilburgsche club wel de benijdenswaardigste menschen zijn. Indien ze geen geld hebben om de club ook buiten Tilburg te zien spelen, kunnen ze met volle overtuiging zingen, dat er geen club in Nederland is, die N.O.A.D. kan verslaan. Ze hebben tenminste in geen twee jaar hun elftal zien verliezen.
Ondanks de nederlaag van de Rotterdammers kan men deze toch nog wel als de ernstigste candidaten blijven beschouwen. Zelfs al mocht Feijenoord op eigen terrein niet in staat blijken tegenover het robuste spel der Tilburgers het goede tegenspel te geven, dan nog verwacht ik, dat de Rotterdamsche ploeg door 2 overwinningen op Z.A.C. zich wel in veiligheid zal weten te brengen. De nederlaag van Z.A.C. tegen Ajax toont m.i. voldoende aan, dat de Zwolsche club niet als kampioenscandidaat beschouwd mag worden. —□—
Het weer werkte gister heelemaal niet mee. Voor de toeschouwers was het koud en guur, wat na de zomersche Paaschdagen een minder prettig-e verrassing was. Heel wat winterjassen en bontmantels, die men reeds veilig buiten het bereik der motten had opgeborgen, werden tenminste Zondag weer voor den dag gehaald. Er.waren zelfs Tilburgenaars zoo verstandig geweest, zich met dikke reisdekens tegen de nukken van ons wispelturig klimaat te beschermen.
Datzelfde klimaat maakte het ook voor de spelers minder aangenaam. Een koud motregentje oefende n.1. juist zooveel invloed op het veld uit, dat de oppervlakte eenigszins aan boter deed denken. Op 'n gelijk veld is dat nu niet zoo heel erg, doch het Tilburgsche terrein zit vol met kleine bultjes en grassprietjes, die den bal allerlei onverwachte kromme sprongen doen maken. Wanneer een speler dan nog bovendien door de gladheid van het terrein in z'n bewegingen wordt belemmerd, is het duidelijk, dat het spel daaronder lijdt.
De strijd heeft dan ook meer spanning dan fraai spel gebracht, wat voor den neutralen toeschouwer wel een teleurstelling was. Van de a.s. kampioenen van Nederland heeft men in Tilburg dan ook een niet bijster gunstigen indruk gekregen.
Ik geloof dat Feijenoord de zaak wel wat te rustig heeft aangepakt, voorts heb ik den indruk, dat de Rotterdammers, die toch overigens zelf wel van een stevig- spelletje houden, tegenover het eigenaardige spel van de N.O.A.D.-ploeg, wat zich zelf betreft, een beetje de voorzichtigheid hebben betracht.
In kan me dat wel eenigszins verklaren. Die gelezen heeft, wat ik reeds eerder over het spel van N.O. A.D. in dit blad heb geschreven, zal dit begrijpen.
Goed kopwerk voor het Tilburgsche doel
Er zitten in N.O.A.D. een paar spelers, die mogelijk geen vlieg kwaad zullen doen en toch schrijf ik liever over hen dan dat ik tegen hen zou spelen. In het Zuiden echter houdt men wel van die geestdrift.
In de pauze liep ik nog tegen Thijs Dorenbosch op, die het leed van het hem ter elfder ure ontsnapte kampioenschap blijkbaar geheel was vergeten, en die me ronduit verklaarde, dat hij die vurigheid van N.O.A.D. wel mocht. En toch zal hij die vurigheid wel aan den lijve hebben ondervonden, zoodat het voor hen, die eraan gewend zijn, niet zoo heel erg schijnt te wezen.
Feijenoord blijkt er echter anders over te denken, ik kan in dit geval de heeren niet geheel en al ongelijk geven.
Dat (men af en toe een beetje bang
was kwam in het spel duidelijk tot uitdrukking. Hoeveel malen is het niet voorgekomen, dat men bij een ver schot achteruit liep en het leder eerst liet neerkomen om dan te trachten den opspringenden bal te spelen, wat vaak mislukte. N.O.A.D. deed dat niet, de Tilburgenaars zorgden erin de meeste gevallen door snel toeloopen wel voor den bal te pakken te hebben vóórdat hij op den grond kwam. Niet alleen dat men dan den bal beter kan verwerken, doch men maakt het tempo ook veel sneller. Dat zullen toch de spelers van Feijenoord wel weten, desondanks maakten ze gister van die wetenschap geen gebruik.
En dan was over het algemeen Feijenoord veel langzamer dan N.O.A.D., een uiterst belangrijke en in tal van wedstrijden zelfs beslissende factor.
Heel veel goeds is er dan ook over Feijenoord niet te zeggen. Alleen de deelman heeft zich voldoende geweerd al zou hij het tweede doelpunt doorsnel uit te loopen waarschijnlijk wel hebben kunnen voorkomen. Van Diike was ditmaal heelemaal niet trapvast, vooral met z'n linkerbeen schutterde hij geweldig. Hij was echter niet bang, wat al heel wat beteekende. In de middenlinie was Rixoort de beste. Z'n stevigheid kwam hem goed van pas. Van Heel speelde meer back dan j halfback. Het gebeurde herhaaldelijk, dat hij nog ver achter Bul Jr. en vlak bij v. Dijke stond. De aanval gaf soms handige staaltjes van combinatie en onderling begrijpen te zien, doch alles werd te langzaam uitgevoerd, waardoor de snelle Tilburgenaren telkens gelegenheid hadden om in te grijpen. Van geen van de vijf aanvallers kan men eigenlijk zeggen, dat bij op dreef was.
^ . —Q—
De Tilburgsche ploeg heeft beter gespeeld dan die van Feijenoord en dan ook de overwinning ten volle verdiend zonder dat er echter, wat ver dediging en middenlinie betreft, bepaalde uitblinkers waren. In den aanval kreeg men echter zeer goed spel te zien van Franken en van Remmers. Franken speelde een zijner beste wedstrijden, niettegenstaande hij het tegenover Bul Jr., die als gewoonlijk vrij stevig speelde, niet gemakkelijk had. Zijn groote snelheid kwam het prachtig te hulp. Z'n voorzetten waren in de meeste gevallen onberispelijk, wanneer er gelegenheid was, schoot hij verdienstelijk. Een der doelpunten van N.O.A.D. kwam dan ook van zijn. voet.
Remmers speelde als binnenspeler tactisch en handig. Deze twee speler waren wat het spel betreft, wel de lichtpunten van dezen wedstrijd.
Dr. Hans Tetzner, die echter heelemaal geen Hans heet en bij den burgerlijken stand als J. H. Tetzner staat ingeschreven, verscheen als scheidsrechter, van boven vermomd als schilder met een fluweelen jasje en een schillerkraag en van onder gestoken in een Urker voetbalbroek. Een paar spikes voltooiden zijn uitrusting. Hier heeft men in alle geval een scheidsrechter, die het spel dooien door kent, die alle trucjes en handigheidjes, welke minder eerlijke spelers op hun programma hebben, in de practijk heeft ontmoet. De wedstrijd Nederland—Uruguay gaf hem in dat opzicht wel een pracht les! In den