712
KOFFIE en THEE „DE STER" OVERTREFT ALLES VER! Fa. Sn. Levelt t.o. CentraaLStation
* Olympische Herinneringen
door
J. GROOTHOF F.
Het succes van onze nationale ploeg in de eerste Olympische voetbalwedstrijden was maar matig, zooals uit het vorig artikel gebleken is. We troffen het ongelukkig reeds in den eersten) wedstrijd tegen Engeland te loten, wat natuurlijk ook het einde was. De eenige troost was, dat we tenminste de consolatie-competitie wonnen, al was dat al heel weinig zeggend, daar we daarvoor slechts een enkelen wedstrijd behoefden te spelen.
Tech mochten we over het Kngelsche uitstapje tevreden zijn. Groote figuren uit den strijd waren ongetwijfeld Beeuwkes, de Korver, Karei Heyting en Miel Mundt.
Volledigheidshalve voeg ik hieraan nog toe, dat de eimdwadstrijd ging tussehen Engeland en Denemarken waarbij de Kngelschen een 2—0 overwinning behaalden.
Deze eindwedstrijd werd geleid door Jchn Lewis, dde toen eigenlijk reeds niet meer geregeld scheidsrechterde en onder de veteranen gerangschikt werd. Weinig zal men teen gedacht hebben, dat dezelfde scheidsrechter 16 jaar later nóg eens een eind wed strijd van de Olympische Spelen te leiden zou krijgen! Ik merk hierbij cp, dat Engeland zoo overtuigd was van eigen onfeilbaarheid op het punt van de rechtspraak, dat het alleen Engelsche scheidsrechters met de leiding der wedstrijden belastte. Helaas walen die scheidsrechters intussehen lang niet onfeilbaar.
—□—
Vier jaar later was Stockholm het tooneel van den strijd voor de Olympische voetbalwedstrijden. Het kostte ditmaal heel wat moeite een behoorlijk elftal voor de reis naar Stockholm bijeen te brengen, daar verschillende bekende internationals verhinderd waren. Men gaf echter den moei niet op. Chadwiek kwam weer uit Engeland over, hij oefende met onze jongens van den: vroegen morgen tot den laten avond. Het moet zelfs zijn voorgekomen, dat spelers, die overdag
FRUJETTA
Fijne vruchtendrops in vijf smaken in rollen a 10 en 5 cents
Eischt op elke rol ons merk
FRUJETTA
Overal verkrijgbaar
rr.Lr.i. c. eilene & co. Amsterdam
door hun gewone bezigheden verhinderd waren te oefenen, des morgens om zes uur reeds met Chadwiek aan het koppen, doeltrappen of touwtje springen waren! Kom daar tegenwoordig eens cm?
Men spaarde geen moeite om het elftal zoo goed mogelijk te oefenen. Er kwamen Engelsche beroepselftallen als „sparring-partners". Het resultaat' was ten slotte, dat men een elftal bijeen wist te brengen, dat voor een groot deel uit jonge, veelbelovende krachten bestond met een kern var. geroutineerde oudere spelers. Bok de Korver, die voor de reis naar Stockholm extra verlof van het Rotterdamsche gemeentebestuur kreeg, Dirk Lotsy, Constant Feith en Huug de Groot waren de kern, waarom heen zich verder groepeerden Göbel, Wijnveldt, Wolf, Nico Bouvy, Jan Vos, ten Cate, Breda Kolff, Boutmy en van der Sluis.
Velen in ons land zagen dit elftal met een bang gemoed vertrekken. Ze wisten blijkbaar neg niet, dat geestdrift een machtige factor in een voetbalwedstrijd kan zijn en dat juist die eigenschap in deze ploeg in ruime mate aanwezig was.
—LiDe eerste wedstrijd, welke deze ploeg in Stockholm speelde, was tegen de Zweden. Het is wel toevallig, dat tot dusver bij alle Olympische voetbalwedstrijden de loting deze twee landen tegenover elkander heeft gebracht De wedstrijd in Stockholm is al bijzonder spannend geweest, het is ten minste een wedstrijd geworden, die bij hen, die het voorrecht gehad hebben er in mee te sipelen of er van getuigen te zijn, nog lang in de herinnering zal blijven voortleven. Nederland bracht hier in het veld: Göbel; Feith en Wijnveldt; Lotsy, de Korver en Wolf; Bouvy, Vos, ten Cate, de Groot en Breda Kolff.
Het Ned. elftal was reeds dadelijk op dreef. Wel namen de Zweden spoe dig de leiding, doch dat was slechts van korten duur. Even na de pauze had ons elftal zich reeds een 3—1 voorsprong veroverd, zoodat men algemeen de zaak reeds als beslist beschouwde. Op dat moment gaf echter de scheidsrechter, de Engelschman Wagstaffe Simmons, om onverklaar bare redenen een strafschop tegen ons, waaruit een tweede punt kwam. De Korver werd gewond, waardoor hij zich niet meer geheel kon geven. Het gevolg was, dat de Zweden krachtig kwamen opzetten. Ze maakten even voor het einde gelijk. In de laatste minuut gaf de scheidsrechter, die allerlei zonderlinge beslissingen in ons nadeel gaf, zoo waar een strafschop tegen ons. Dat was het groote moment van den strijd, daar Göbel den onder ademlooze spanning geno¬
men schop wist te stoppen. Kr moest nu verlengd worden. Ons elftal was door het optreden van den scheidsrechter zóó geprikkeld, dat men dadelijk verwoed aanpakte en No. 1 maakte. Maar daarna kwamen de Zweden tegen onze verzwakte ploeg sterk in de meerderheid. Indien onze achterhoede, met Göbel aan het hoofd, niet zoo krachtig had verdedigd, zouden wij den stand niet op 4—3 hebben, kunnen houden. De spanning in dat half uur verlenging was af en toe werkelijk benauwend. We wonnen echter en daarmee was alle leed vergeten.
—LiDe tweede wedstrijd ging tegen Oostenrijk, in die dagen een kracht van beteekenis. Helaas moest de Korver verder als toeschouwer fungeeren. In zijn plaats speelde Boutmy thans mee, terwijl Lotsy captain werd. Ook m dezen wedstrijd nam de tegenpartij vrij spoedig de leiding, doch om onverklaarbare reden wend dit punt geannuleerd. De onzen werden daardoor zoo overmoedig, dat in korten tij 1 Nico Bouvy en Jan Vos den stand op 2—O hadden gebracht. Het werd ten slotte een fraaie 3—1 overwinning, waarmede het Nederliandsch elftal zich een plaats in den halven eindstrijd had veroverd. Ken groot succes, dat men zeker niet verwacht had.
Helaas bleef het hierbij, daar in den halven eindstrijd met 4—1 van Dene marken verloren werd. Dat was een teleurstelling, die des te grooter was omdat ze niet ncodig geweest was. In dezen wedstrijd waren onze spelers m het veld gegaan met de gedachte, dat ze toch van de Denen niet zouden kunnen winnen. Bovendien waren ze gehandicapt doordat Denemarken in dezen wedstrijd uitkwam, met een vrijwel geheel frisch elftal, terwijl onze pleeg reeds eenige zware wedstrijden achter den rug had. De pauze kwam met 3—0 in ons nadeel. In de kleedkamer beweerde Noco Bouvy, dat de Denen tcch eigenlijk niet zoo sterk waren en dat we ons door hun groote reputatie hadden laten beetnomen. Indien we alle krachten inspanden, behoefden wc, volgens hem, niets voor de Denen onder te doen. Het gevolg was, dat er in de tweede helft door onze ploeg veel en veel beter werd gespeeld. Dat tweede gedeelte leverde voor elke partij een doelpunt op, zoodat we met 4—1 verloren, wat niet noodig geweest zou zijn, indien ons elftal dadelijk de zaken had aangepakt als in het tweede gedeelte van den strijd.
(Wordt vervolgd.)
In de bekende roode pakjes en blauwe rollen KWALITEIT ONOVERTROFFEN