Dit nummer telt 33 pagina's.
De Fransche zwemmers in ons land
653
Na de Duitsche zwemmers ub' Maagdenburg nu de Fransche uit Parijs, ons landje heeft in de maand Maart wel danig belangstelling van de buitenlandsche zwemwereld. Evenals de „Wasserfreunde" namen de leden van de „Sporting Club Universitaire de France" deel aan het snelzwemrcen, schoonspringen en waterpolo op drie wedstrijden in ons land.
De resultaten, die de Hollandsche zwemmers en waterpolo'ers behaalden tegen deze buitenlandsche cracks, waren zeer bevredigend: de Olympische zeventallen en Het IJ wonnen de diverse waterpolowedstrijden, terwijl van Silfhcut, van Essen, Korpershcek e.a. cp de overgroots meerderheid der zwemnummers zegevierden. Alleen op het gebied van schoonsprin gen bleek ons land nog niet op gelijke hoogte, hce gced de Hollandsche Duitscher of Duitsche Hollander Frits Mette cok sprong, maar het dient gezegd, dat de bezoekende springers ook zéér bijzondere krachten waren: Riebschlager en Lepage.
De beste prestatie op den vrijen slag leverde ontegenzeggelijk de roeien zwemcrack Jean van Silfhout bij de Zweedsche estafette te A'dam. De estafetterace werd het glanspunt van den avond, 'n race zonder weerga waarbij de geestdrift der toeschouwers zoo mogelijk nog grooter was dan bij 'n Hollandsch doelpunt in 'n landenvcetbalwedstrijd in 't Stadion.
Het IJ zond voor deze Zweedsche estafette, waarbij de vijf zwemmers van elke ploeg successievelijk 50, 100. 200, 100 en 50 meter hebben af te leggen, eerst de twee reserves uit de IJ-plceg, die helaas niet op volle sterkte kon zijn, te water. Onderwijze]' hield zijn Franschen tegenstander gced bij, maar de andere invaller Koé raakte tien meter achter en toen de Fransche kampioen Taris met van Essen en Bannenberg de 200 meter moesten beginnen, leek de strijd al beslist in het voordeel der Franschen, die alleen nog door A.Z. bedreigd werden.
Van Silfhout was nog optimistisch en zei tegen zijn clubgenoot even voor den startduik: „Henk, haal jij de helft in, dan doe ik de rest", met welk vriendelijk advies van Essen de reis aanvaardde en " inderdaad een paar meter op Taris wist in te loopen. Maar nog was het verschil groot, circa acht meter, met nog slechts de 100 meter van Jean van Silfhout en de 50 meter van Kohier voor den boeg.
„Neem eens even tijd op voor van Silfhout" adviseerde een jurylid, „want Jean zal wel hard gaan".
't Was gced, dat hij dat zei, want anders wordt er in 'n estafette natuurlijk nooit tijd voor elk der zwemmers individueel opgenomen.
En Jean ging hard! Hij schoot door het water met 'n snelheid, die binnen onze landsgrenzen alleen door Arne Borg bereikt is, hij haalde meter na metier in, het leek wel of de Fransche zwemmer stillag', zóó spurtte de Amsterdammer en de aanmoedigingen deden het gebouw dreunen. Op de eerste 50 meter al liep hij zijn achterstand, eusdamg in, dit hij bijna, gelijk aan het keerpunt was en datzelfde duivel sche tempo hield hij cok vol op de tweede helft van de baan. Hij haalde den Franschman in, kwam gelijk, passeerde hem en zwem nog eenige meters uit, zóó veel zelfs, dat Kohier als laatste man van de IJplceg gewennen spel had. Op 100 meier had van Silfhcut 'n schijnbaar hopeloozen achterstand omgezet in 'n veiliger, voorsprong'!
En zijn tijd? De chronometers wezen 1 min. 2.8 sec. d.w.z. 2.6 sec. beter dan het befaamde record van Korsten. Meer dan heele kolommen, zwem nieuws spreekt dit cijfer wel van de vooruitgang van enze zwemmers! Erkend kon deze recordprestatie — in 'n estafette gemaakt en bovendien in het Zuiderbad zonder vast keerpunt — niet worden, maar dat Korsten's record öf door van Essen öf door van Silfhout dezer dagen eindelijk officieel verbeterd zal worden, kan meiwei als vaststaand aannemen! Trouwens, dat werd tijd ook!
JEAN VAN SILFHOUT (Het IJ)
De dameszeventallen van Het IJ en Zignea, die O O speelden.