jbit nummer telt 24 pagina
619
VELOCITAS gekiekt voor den aanvang van den strijd tegen Feijenoord. De Wolf Sr. en Rozeboom in de bloemetjes'.
baar is maar die toch zeker niet aanbevelenswaardig is. In alle geval is ze niet bijster aesthetisch.
In 2 wedstrijden zijn nu 9 doelpunten tegen de Groningsche verdediginggemaakt, wat ik voor een groot deel wijt aan de omstandigheid, dat men wel wat te veel aandacht aan den man en te weinig aan den bal wijdt. De vlugge Rotterdammers wisten door hun bewegelijkheid meermalen aan aanvallen te ontkomen, waarvan dan telkens gevaarlijke situaties voor bet Groningsche doel het gevolg waren. Het begin van den wedstrijd was een beetje slapjes. Blijkbaar wilde men elkanders krachten eens wat verkennen. Vooral Feijenoord speelde tamelijk laks, van Heel wandelde rond met een gezicht alsof hij zeggen wou, moeten we daarvoor nu heelemaal uit Rotterdam komen? Maar langzamerhand kwam er, voor zoover de eenigszins hinderlijke wind dat toeliet, toch wat meer gang in het spel en nu bleek spoedig, dat Feijenoord tegenover het geestdriftig doortastende spel van Velocitas, rustige, op kalm samenwerken gebaseerde, aanvallen op touw zette, waarmede de Rotterdammers ook succes hadden. Over 't geheel deed de voorhoede van Feijenoord het beste werk. Daar achter nam men liet misschien wel wat al te kalm op, het ongedekt laten van de Groningsche vleugelspelers was daarvan het gevolg. Betrekkelijk spoedig maakte Koonings het eerste doelpunt voor Feijenoord. Hij stond met z'n rug naar het Groningsche doel, kreeg den bal, keerde zich tegelijkertijd om eh eer de Groningsche doelverdediger begreep wat er gebeurd was, zat het leder reeds in het net. Het tweede doelpunt kwam uit wat men in Groningen noemt, een „pennel". Barendregt trapte het leder rustig langs de Jonge, die vergeefs stond heen en ■weer te springen.
Nog voor de pauze kopte Barendregt no. 3 in het net. Dat was wel wat meer dan Feijenoord eigenlijk wel verdiende, het was evenwel in Velocitas zeer zeker te prijzen, dat er ondanks dien achterstand geen oogenblik van verslapping sprake was, integendeel, het scheen, dat de spelers
er door tot aangezet. Rozeboom
harder werken werden maakte met een mooi
vleugelschot een tegenpunt, doch onmiddellijk daarna stopte de Jonge een schot achter de lijn, waardoor met 4—1 van doei werd verwisseld.
Het tweede gedeelte was veel beter dan het eerste. De ploegen wogen nu tenminste vrijwel tegen elkaar op. Het was alleen het minder goed afwerken van den aanval door het binnentrio van Velocitas, waardoor een tweede doelpunt op zich liet wachten. Wel maakte kort na de pauze Velocitas een tweede punt uit een strafschop, doch voor zoover ik kon nagaan, was dat meer een onjuist waarnemen van den scheidsrechte]-. In ieder geval had de voorhoede van Velocitas aan dit punt part noch deel.
Ook Pijl wist nog een doelpunt te maken, waarmede het eindresultaat, 5—2 voor Feijenoord, was bereikt. —n—
Over de achterhoede van Velocitas schreef ik hierboven reeds. De middenlinie, met Zuidema aan het hoofd, heeft liet den aanval van Feijenoord nog al lastig gemaakt. In den aanval ging de meeste kracht uit van de
vleugelspelers Witlox (latei- Meulema) en Rozeboom. Het afwerken van de aanvallen was hier het zwakke punt.
Bij de Rotterdammers maakte de deel verdediger al een heel onzekeren indruk. Gelukkig voor hem werkten van Dijke en Bul Jr. vrij goed, zóodat hij niet veel gevaarlijks te verwerken kreeg. De Rotterdamsche achterspelers trapten heel wat beter dan hun Groningsche collega's, die den bal veel te hcog trapten, waardoor de wind hem neg al eens van richting veranderde. In de Rotterdamsche middenlinie was van Heel voor het publiek een bijzondere attractie. Zijn handig gegoochel met den bal heeft heel wat bewondering gewekt. Toch kan hij veel beter. Hij deed het m.i. wel wat al te rustig, wat echter onder de gegeven omstandigheden wel voldoende was. Bul Sr. speelde zijn gewone spel, de stevige Rixoort paste zich bij dit tewetal goed aan.
In den aanval was de linkervleugel Verbeek-Barendregt verreweg het sterkst.
Pijl was als spelverdeeler uitmuntend, doch zijn schieten was matig. Koonings had weinig steun van zijn vleugelspeler, waarvan blijkbaar het gevolg- was, dat hij nog al eens over het veld dwaalde.
Alles bij elkaar genomen een wedstrijd, die nu niet bepaald het kampioensmerk droeg. Slecht was het niet, maar goed is toch ook weer heel wat anders. Voor Feijenoord is het een mooi begin van de competitie, de heeren zullen echter er zeker wel van overtuigd zijn, dat ze zich heel wat ernstiger zuilen hebben in te spannen in hun wedstrijden tegen de vertegenwoordigers der andere districten. Het zat Velocitas in dezen wedstrijd niet bepaald mee, toch heeft de ploeg zeker geen overwinning verdiend. Maar de Groningers beschikken over zoo'n hardwerkende ploeg, dat het mij niet zou verwonderen, dat een der andere elftallen nog eens over hen struikelt. Indien de greenwitten b.v. eens in de eerste helft de leiding weten te veroveren, zijn ze in het verdedigen ster!: genoeg om zich, wanneer ze zich daarop speciaal toeleggen, geruimen tijd staande te houden.
C. J. GROOTHOFF.
Toen Rozeboom het eerste had , . , , van Dijke en
doelpunt der groen-witten gescoord Dekker bestudeeren den grond,