| Dit nummer telt 34 pagina's.
605
HET WOORD IS AAN -
■ De Ned. sportpers spreekt! ■■■■
Hel woord is aan
Aan de Ned. sportpers ditmaal.
Hoe de diverse dagbla- !
den en sportperiodieken S dachten over spel en spe- ■■■■■■■■■■■■■■■■
Iers in den wedstrijd Nederland— België!
U verwacht toch zeker niet, waarde lezer, dat de zeventig penvoerders, die als vertegenwoordigers der Ned. sportpers de vorige week kou leden op de Stadiont nbune, er allemaal precies gelijk over dachten? Het lijkt er niet, op, zooveel hoofden zooveel zinnen; de speler, dien de een schitterend vond, werd door den ander heel matigjes genoemd, alleen over één ding waren ze het alle zeventig roerend eens: dat het koud was. Die waarheid is 'in alle verslagen tot, in den Ireure herhaald, maar' overigens was er 'n beminnelijke verscheidenheid van Iegenstrijdige opinies, trouwens ook in het vorig nummer van de „Revue" heeft men 'kunnen lezen, dat schrijver dezes den wedstrijd teleurstellend noemde zonder fraai spel, terwijl twee pagina's verder collega Groothof f sprak over 'n vrij goeden wedstrijd -met verschillende momenten van zeer goed spel. Evenzoo betoonden „Nieuwe Rotterdammer" en „Telegraaf" zich, teleurgesteld, waartegenover het „Handelsblad" schreef over „een wedstrijd met goed spel".
Als zóó de drie voornaamste dagbladen, uit ons land er verschillend, over denken, wat kunnen dan de kleine goden onder de 70 perskaartbezitters, wier deskundigheid op hei gebied van voelbalcritiek bij den een „eenige klassen hooger" staat, dan bij den ander (om in sporttermen te spreken), 't onderling heerlijk oneens zijn!
En dat is gebeurd ook. We hebben in 'n dertigtal bladen de beschouwingen over den wedstrijd doorgewerkt en toen we er mee klaar waren, duizelde het ons lichtelijk. Men oordeele zelf!
„Tap ivas de man in de voorhoede", zegt, de „Stichtsche Sport".
„Maar Ruisch stak verre boven Tap uit", beweert „Het Geeltje".
„Nee", komt de „Nieuwe Arnhemsche Courant", „Ruisch heeft gespeeld zooals we verwachtten, d.w.z. onvoldoende".
„Pardon", antwoordt de „Prov. Gron. Crt.", „Ruisch kon ons in de voorhoede het best bekoren".
„Och wat", critiseert „Sport in Beeld", „Ruisch is te zwak, vooral physiek. Met zulke nietige mannekes richt men in 'n Olympisch tournooi niets uit."
,,'t Lijkt er niet op", vindt „De
Sport", „Ruisch was mans genoeg tegen de grootere Belgen".
„Met Buitenweg op de plaats van Tap hadden we gewonnen", is de meening van „Het Stadion".
„Tap was de beste "( constateert
het „Sportblad voor de Noordelijke Provincies".
„Nee, Weber tras de beste in de voorhoede", beweert het „Deventer Dagblad".
„Zijn voorzetten waren vaak te scherp", critiseert de „Prov. Overijselsche en Zwolsche Courant".
„v. d. Griendt was absoluut, onvoldoende, zoodat liet ons sterk zal verwonderen als de, T.C. hem 'u volgend ■maal nog eens probeert". Aldus de „Arnhemsche Courant".
„v. d. Griendt, is 'n werkelijk tjocd ■voetballer, in ieder geval heeft hij, vooral na rust, zijn plaats in het elftal verdiend", vindt het „Handelsblad".
„Het binnentrio moet herzien worden", decreteert de „Olympiade", „we, geven aan Kluin, Bakhuys, v. d. Meer en Barendrecht de voorkeur".
„Hel elftal niet wijzigen", adviseert „De Sport".
Onzerzijds 'n enkele opmerking. Men vindt hierboven de namen Buitenweg en Bakhuys genoemd, twee spelers, die bij de T.C. op o.i. zeer juiste gronden, niet in aanmerking komen. Buitenweg toch heeft in zijn bangheid en in zijn gebrek aan ausdauer twee overwegende bezwaren cm hem te verkiezen voor een Olympisch voetbaltournooi, waarin, naar Parijs heeft beivezen, bijzonder stevig op den. man gespeeld wordt en waarin het uiterste van de spelers gevergd wordt. Alleen door-en-door getrainde spelers zijn in staat tot krachttoeren als drie interlandwedstrijden in vier dagen tijds; iemand als Buitenweg, die reeds in 1913 tegen Engeland uitkwam en zelfs in wedstrijden met kalmer tempo de anderhalf uur nauwelijks kan uitspelen, is daartoe niet in staat.
Met Bakhuys staat het anders; de Z.A.C.'er heeft, naar 'n lid der T.C. ons onlangs persoonlijk meedeelde, niet de minste animo voor het Ned. elftal. Hij heeft aan de T.C. geschreven, dat hij zich alleen beschikbaar stelt wanneer zijn club dien dag niet speelt; zelfs 'n vriendschappelijke, wedstrijd van Z.A.C. prefereert hij boven Olympisch voetbal. Stel daar eens tegenover liet optreden van
I Kluin, die ven hel genoel gen om met A.G.O.V.V. " \ 'n Kersttoer naar Enge......... ! land te maken, afzag,
; omdat hij 'n oefenwed-
'strijd in Almelo moest
spelen. Menschen met 'n opvatting als Bakhuys hooren zeer beslist niet thuis in 'n geestdriftig geheel als onze Olympische ploegen, ze zouden er de animo der anderen in bederven.
Onze half linie?
„Van, Heel was onze beste half' back", zegt de „Olympiade".
„Van. Heel was de minste van liet trio", vertelt de „Nieuwe Arnhemsche Courant".
„Wanneer wc uitblinkers noemen, dan allereerst van Boxtel", is de meening van „Enschedésche Courant Tubantia".
„Wat van Boxtel betreft, we blijven aan Kools en. Verlegh de voorkeur geven", stelt „Het Stadion" vast.
„De uitblinker was Massi/", zegt de „Residentiebode".
„Massg speelde den bal telkens veel te hoog bij dezen wind".
De lezer kan uitzoeken
Over het achtertrio is men het vrijwel eens: van Kol was beter dan Denis, maar v. d. Meiden
„v. d. Meiden was niet zoo safe als anders", deelt „de Corinthian" mee.
„v. d. Meiden was misschien de eenige, die doorloopend zijn gewonen vorm toonde", zegt de „Sportkroniek", die hem onzen besten speler noemt.
Tot slot 'n „bloemlezing" uit de cvilieken over de Belgische spelers.
„Swartenbroeks was 'n groot struikelblok; Hoydoncks, die in zijn schaduw speelde, heeft 't behoorlijk gedaan zonder een moment den indruk te vestigen van 'n groot speler" lezen we in de „Nieuive Rotterdammer", maar daartegenover vertelt het „Utrechtsch Dagblad", dat Swartenbroeks zijn tijd gehad heeft en de „Prov. Overijselsche en Zwolsche Courant" deelt 'mee, dat Hoydoncks zijn aanvoerder overtrof. Evenzoo in ' de half linie: „van Halme was de beste half", zegt. het „Handelsblad", „van Halme is erg op zijn retour en dankt waarschijnlijk zijn opname uitsluitend aan het feit, dat er geen beter speler ivas voor de midhalf plaats", stelt het „Groninger Dagblad" er botweg tegenover.
Waarde lezer, nu weet U haarfijn en precies, wie er op den Hen Maart 1928 in het Amsterdamsche Stadion goed en slecht, gespeeld hebben!
A. E.
Café-Restaurant „HET KALFJE"
Mooiste punt van den Amstel
Restaurant a la carte Telefoon 26064 Amsterdam
BORSTLAP & Co. - SCHEVENINGEN
Caviaar - Versche Zeevlsch - Versche en Gerookte Zalm - Levende Kreeft - Haring - Ansjovis Noorsche en Fransche hors d'ceuvres - Bismarck-harmg en alle v.schconserven in blik en glas TELEFOON 51266 en 53936