Dit nummer telt 34 pagina's.

403

Frans de Wolf en Zuidema aan het werk bij Friesland—Velocitas (1—3).

worpen. Toen kwam de motie van Noord-Holland in behandeling. Daarin werd het bestuur uitgenoodigd zijn mandaat ter beschikking te stellen; voorts werd voorgesteld drie heeren aan te wijzen als voorloopige bestuursleden, een eereraad te benoemen om de geschillen in den N.W.B. te onderzoeken en daarna opnieuw een bestuursverkiezing te houden, waarin geen bestuurderen van 1926 of 1927 zitting zouden mogen hebben.

Niemand heeft op het onlogische van deze motie gewezen. Men wenscht een eereraad om den geest van het bestuur te onderzoeken en zonder de beslissing van dien eereraad af te wachten, zet men alle oud-bestuursleden maar vast overboord! Zelfs al komen die bestuursleden volkomen ongerept uit het onderzoek van dien eereraad te voorschijn, dan zijn ze niet meer waardig een plaats in het bestuur in te nemen. Dat onder die omstandigheden geen enkel bestuurslid voor dien volkomen nutteloozen eereraad zal verschijnen, lijkt me voor de hand liggend. Met 113—13 stemmen werd de motie aangenomen. —o—

Er moet dus nu een voorloopig bestuur gekozen worden. Ik geloof, dat een belangrijke mededeeling van Mr. van Hooff de zaak heeft bespoedigd en dat het aan die mededeeling te danken was, dat de heeren van Hooff en Hirschman in die commissie zitting kregen, waarbij de heer George Hogenkamp als neutraal voorzitter werd aangewezen. Een goede keuze.

De mededeeling van Mr. van Hooff kwam hierop neer, dat het N.O.C. blijkbaar het vertrouwen in den N.W. B. reeds had opgezegd. Naar hij had gehoord, bestond er groote kans, dat het N.O.C. de voorbereiding van de Olympische Spelen aan den N.W.B. zou ontnemen en die zou leggen in handen van anderen.

Indien deze medeeling juist is, dan zou dat eigenlijk beteekenen, dat de tegenwoordige N.W.B. bij de autoriteiten heeft afgedaan en dat van hoogerhand de leiding van de wielersport in handen van anderen wordt gelegd. *)

Zullen de „anderen" de nieuwe Ned. Wielrenners Bond zijn ?

*) Bij informatie ter bevoegder plaatse blijkt ons, dat in de bedoeling ligt een eind te maken aan de voortdurende veranderingen in de leiding der Olympische voorbereiding. Hier is stabiliteit noodig. Hoe dit verkregen zal worden zal eerlang blijken. Red. R. d. S.

Dit zijn de hoofdbeslissingen van deze alg. vergadering. De bestuurscommissie zal nu een eereraad benoemen of tenminste trachten dat te doen, want dat men onder deze omstandigheden hoogstaande menschen hiervoor zal kunnen vinden, is niet waarschijnlijk. Daarna zal men nieuwe prov. vergaderingen uitschrijven en zal een nieuw bestuur worden gekozen.

Het programma ligt dus gereed, het is de groote vraag of het uitgevoerd zal kunnen worden.

—o—

De groote man op deze vergadering' is geweest de heer Swaab de Beer. Hij en zijn adjudant Holtrop, die de noodige adviezen gaf, hebben de geheele vergadering eigenlijk geleid. Niemand durfde zich feitelijk flink tegen hem te verzetten. De eenige, die

het hem lastig gemaakt heeft, was

zijn mede-afgevaardigde voor ZuidHolland, de heer van Eek! Ik heb me op vroegere vergaderingen meermalen aan het optreden van dezen heer geërgerd, doch ditmaal heb ik een geheel anderen indruk van hem gekregen. Hij drukt zich. af en toe een beetje zonderling uit en men moet aan zijn uitspraak van vreemde woorden, nog wat wennen, Het was b.v. lastig om te begrijpen, dat een „kasjos" een chaos moest beteekenen, dat met „interpurgeeren" interpreteeren bedoeld wordt en dat „sjeltemenliek" hetzelfde is als gentlemenlike, maar

wanneer men over deze kleine bezwaren heenstapt, dan moet men erkennen, dat hij blijkbaar z'n e e r 1 ij k e meening heeft gezegd en dat die meening nog zoo kwaad niet was.

Had ik den heer van Eek ee--^r zóó leeren kennen, dan zou Ik des morgens zeker de door hem uitgestoken hand niet geweigerd hebben.

Den heer Swaab de Beer blijf ik als een voortdurend gevaar voor de Ned. wielersport beschouwen. De wijze, waarop hij ook thans weer is opgetreden, stempelt hem tot een uiterst gevaarlijk agitator, die niets ontziet om zijn doel te bereiken. Men kreeg hiervan op de vergadering, en ten deele na de vergadering, nog wat te hooren. De heer Swaab de Beer heeft n.1. een brochure geschreven over „De Anarchie in den Ned. Wieier Bond" in welk pamflet hij op z ij n manier den doopceel ligt van enkele voormannen uit den N.W.B. De heer Swaab de Beer heeft den fijnen smaak gehad om deze brochure ook te zenden aan de werkgevers van de betrokken personen, o.a. aan de Jurgens fabrieken, waaraan de heer Hoornberg is verbonden, en aan Werkspoor, waartoe de heer Jansen behoort.. De bedoeling is duidelijk. Een der afgevaardigden heeft hem op de vergadering de vraag gesteld of hij daarvoor verantwoordelijk was. Hij weigerde daarop ter vergadering te antwoorden, doch na afloop heeft hij verklaard daarvoor de volle verantwoording op zich te nemen. Zijn brochure was gericht aan het Ned. volk en daarom stuurde hij ze ook aan alle groote fabrieken en ondernemingen. Blijkbaar had de heer Swaab de Beer verwacht, dat hem de vraag zou worden gedaan. Hij had n.1. onder meer meegebracht een briefkaart, waaruit bleek, dat hij zaken deed met de Jurgens-fabrieken en verklaarde daarbij, dat hij zich verplicht had gezien juist aan die fabriek een brochure te zenden, omdat hij wilde laten zien, dat hij niet was geroyeerd, zooals in enkele bladen ten onrechte was vermeld.

Waarom de heer Swaab de Beer 't pamflet ook aan de leden van den Edamschen gemeenteraad heeft verzonden — zooals mij op de vergadering' werd verzekerd — heeft hij echter niet verteld!

C. J. GROOTHOF!'1.

Hoe Friesland haar eenige doelpuntje tegen de kampioenen scoorde, van Zuylen c.s. jubelen, het Groningsche achtertrio de Wolf Sr.—Knol—de Jonge staat verbijsterd en de bal, ja, de bal ligt in het net.