370

DE REVUE DER SPORTEN.

In een mijner vorige artikelen in dit blad heb ik geprobeerd aan te toonen,

dat het aanschaffen ;.>• KillEïliiLlillll!, van een automobiel >£ geenszins een gemak- %>X\V kelijke taak genoemd kan worden en dat een en ander den aanstaanden auto-bezitter nogal zorgen baart, waar slechts door verstandig overwegen, deskundige voorlichting en vooral door geen verkeerde zuinigheidsbegrippen toe te passen, uit te komen is.

Niet omdat het houden en aankoopen van een auto nu een levenskwestie is, maar wel omdat tegenwoordig velen met beperkte middelen zich van een auto moeten bedienen en het daarom voor hen uiterst belang-rijk is, dit op zoo economisch mogelijk wijze te doen, is het de bedoeling van de redactie van dit blad om automobilisten werkelijk met voorlichting in verband met verschillende vraagstukken, die alzoo bij het houden van een auto opdagen, van dienst te zijn.

Iemand met ruime geldmiddelen, die zich de weelde van chauffeur kan veroorloven en voor wien het er nu niet zoo zeer op aankomt welk bedrag hem precies zijn auto per jaar kost, zal zich van zijn wagen zelf weinig behoeven aan te trekken. Ik ken een groot zaken-man te Amsterdam, die er eenige wagens op na houdt en die in overleg met zijn chauffeur een bedrag heeft vastgesteld, waaruit alle exploitatiekosten van zijn automobielen gedekt kunnen en moeten worden. Dit bedrag is zeer ruim genomen en met alle eventualiteiten als vernieuwingen van banden en onderdeelen en reparaties is rekening gehouden. Het ligt voor de hand, dat de chauffeur, wien dit bedrag verder wordt overgelaten om het besteden, de kans heeft zelf daarvan iets over te houden en in eigen zak te kunnen steken. Zijn principaal ziet daarin geen bezwaar maar heeft als conditie gesteld, dat er dan ook nooit iets niet in orde mag zijn. Dit systeem zal U

Wat iedere aanstaande auto-eigenaar

mmm ■||||: behoort te weten.

misschien zoo op het oog wellicht verkwistend voorkomen maar na even nadenken zal men toch in moeten zien, dat voor den man met veel geld en drukke zaken het verkieselijker is zoo de zaak op te lossen dan voor alle kleinigheden — want voor ham zijn dat kleinigheden — te moeten worden lastig gevallen, zich b.v. met reparaties en aanschaffingen te moeten bezig houden, die te controleeren om dan toch nog voor dén gek gehouden te kunnen worden, terwijl hij nu weet, wat zijn auto's hem per jaar kosten.

Niet iedereen kan dit doen.

Maar voor het meerendeel hebben de bezitters van automobielen het houden daarvan niet op zoo een ruime leest geschoeid; ze klagen over de onkosten-rekeningen van garagehouders en reparateurs en het komt dan ook niet zelden voor, dat de van te voren gemaakte berekeningen, zelfs wanneer zij gebaseerd waren op juiste inlichtingen, in het geheel niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Dan klagen ze „dat het hun zoo is tegengevallen" en „dat het koopen van dit auto ze meer ellende dan vreugde heeft gebracht en de besparing, die ze ermee voor hadden, uitgebleven is."

Maar veelal vergeten deze automobieleigenaren dan, dat öf uit onwetendheid öf uit verkeerd toegepaste tactiek, zij zich eigenlijk zelf alles moeten verwijten hetgeen zij in den loop van den tijd, vrienden die adviseerden, garagehouders, importeurs en autoreparateurs verweten hebben.

Het is zeer onverstandig om voor zoover het betreft het onderhoud van den wagen nu eens dit en dan weer eens dat te laten doen en maar te wachten tot verschillende onderdeelen van den wagen om dat onderhoud vragen. Dan is het al te laat en wordt het verzuim ongetwijfeld op een ander tijdstip weer gewroken.

Zoo goed als wij menschen op gezette tijden voor ons lichaam noodige maatregelen moeten treffen en zoo

goed als de dieren, van wier diensten de menschheid gebruik maakt, hun verzorgingbehoeven, zoo goed ook maakt een automobiel, die in vele op¬

zichten met een levend wezen te vergelijken is, aanspraak niet alleen op een goede, maar ook op een geregelde verzorging.

Het is ook een zeer verkeerd begrip, dat vooral in den eersten tijd na de aflevering van den wagen men het nu niet zoo nauw behoeft te nemen. Er zijn veel auto-eigenaren, die zich gedurende de eerste maanden van het voor hun zoo juist aangebroken „auto-tijdperk", alleen bekommeren om de behandeling van het lak- en nikkelwerk van hun auto en die maar niet kunnen begrijpen, dat ze, zelfs nu ze den wagen pas hebben, al naar motor en chassisdeelen moeten kijken of laten kijken.

Het is een heel prettig idee om na eenigen tijd van vrienden en bekenden nog complimentjes te mogen incasseeren over het feit, dat de auto er nog als nieuw uitziet maar ook dit genoegen zal zeer betrekkelijk blijken te zijn als eenigen tijd later moet worden ondervonden, dat schijn bedriegt en dat er van dat „nieuwe" ook maar alleen sprake is voor zoover dat het „uitzien" betreft.

Het groote gevaar van

van het z.g. „inrijden".

Er zijn vele gevallen bekend waarbij de levensduur van een auto reeds in haar prilste jeugd wordt bepaald. Er bestaat een Engelsche motorenfabriek, die als slagzin de woorden: "The heart of a car is the engine" gebruikt. Als de bestuurders van nieuwe auto's meer daarom zouden denken, zouden er minder automobiel-motoren in de eerste levensdagen vernield worden. En in dit opzicht zijn niet alleen sommige leeken te blameeren, maar zelfs ook menschen uit den automobielhandel. Immers veelvuldig komt het voor, dat — en vooral de kleinere importeurs passen deze methode nog toe — nieuwe wagens „over den weg" naar het land hunner bestemming getransporteerd worden. Van de grootere fabrieken in Europa, wier producten zoo goed verkocht worden, dat men zich op