DE REVUE DER SPORTEN.
191
't t°oiste moment uit opb^n. De bal, waar•urd< heb ik bewaard izen stolp, daar staat
das" Was, met 'n in>rd, 'e bal, die er, nietzijnmeer dan 25-jari- nik veel cricketballen
dar één seizoen! — er : hij2oo weer gebruikt ,En '6 tweede keer, dat Ore* Old Man kwam" ckei'Slunder, „de tweeIe ik-hem weer."
8 vj^kets voor 1 run !
ï al'' bowler behaalde :ssefl ook als batsman
wei*- vier centuries in omp tie staan op zijn lot <Wt in 1902, 124 in .911^ 103 in 1913. Als hij elïl niet licht te veri vo^de Nederlandsche geve'Wgd met zijn pres:e S^edam bij den wed—Ai'ftels CC: 8 wic-
zeg>e en schrijve één
Hl dfpr is Rincker als iet )chröder achter 't ■e ve^chrikking geweest llandche batsmen: de nen 10g even goed als en 11 1921 V.O.C, CC.feilen strijd leet k^pioenschap, ontïottedarnmers hun kans ior ii de tweede inning-s dstrf V.R.A.—V.O.C, met eri veertigtal runs :nnin's leidde, 8 voor 10 iardtfr heel V.O.C. voor ant 2* en V.R.A. op het :htst won. In 1923 was :gen |--D.V.S. de oorzaak ioen^l niet in Schiei Bei1 Haag belandde en egen Wle hij sinds den ;rijd ^ 1905 regelmatig :n il1 öet begin als de
vei<iarlijke ballen van bimsc';en fastbowler. [—Belglë is anders wel IscW n?am voor dien
wef^'d", merkte hij op, ']et waren feitelijk
'el9Cfv,' die in Belgie dan Seeldrayers en tven^ tot Belgisch elf-eerd Wei'den. Ik heb het } da' ei' meer dan drie ateBi soms was het er Zoo * as het vroeger en i no£'
ven t13 Jongere bowlers?
. zek4V?1'Wonderlijk, dat ijft;£;ai'igen leeftijd nog astbo^61'-^11 dusdanige t hij fnnMst>aar is in het
wnt' naast een geluk-
den'A'I'r.' dle dit prestee'n l«Cy?' Waarop andelanS' ^teraan" zijn, een
inh4 Voor'de overige >t la/ Waar blijven toch
bowf^' dle er al lang en «f?' • fielJen iS goed vooruit
wil *tg?en' wat het bat-
^ 0,. ™^ngSUle neeït,
Posthuma, East, Eigeman, Grootmeijer en ik moeten het nog hoofdzakelijk doen, 'n enkele keer heeft een der jongeren 'n goeden dag, zooals Maas in het Ned. XI dit jaar, maar bowlers zooals vroeger zien we niet. Neem b.v. eens Max Jansen, eenige jaren geleden wel onze meest belovende bowler, die helaas zijn goeden vorm niet heeft behouden; een jonge speler als Terwiel kan een goeden bal bowlen, doch bowlt m.i. te nonchalant, hij heeft o.a. geen vasten aanloop, waarmede ik bedoel niet steeds hetzelfde aantal passen, de eene keer zeven, een ander maal vier of vijf passen en dit afwisselen zeer onregelmatig; Rein Neuerburg (die zich, jammer genoeg, kleiner maakt op het moment van bowlen in plaats van zich zoo lang mogelijk te maken, wat voor een fastbowler wel iets beteekent) is door vertrek naar het buitenland voorloopig voor ons verloren. Zoo zouden we door kunnen gaan, de hoofdzaak voor jonge bowlers om te leer en is wel lengte, ook moeten ze zich niet te vroeg als fastbowler willen doen gelden, waarbij zij dan de kans loopen zich te vergooien. Ik ben zelf ook niét als fastbowler begonnen, maar langzamerhand er toe overgegaan.
Ik voor mij houd er voor, dat de tegenwoordige cricketers niet hetzelfde geduld bij het oefenen hebben, dat wij vroeger hadden, toen we tijden achtereen op 'n doode stump bowlden om vastheid te krijgen, waarbij we dan met 'n papiertje de plaats merkten, waar de bal moest neerkomen. Trouwens het bowlingsvraagstuk heeft ook in andere landen zijn moeilijkheden, laten we hopen, dat er spoedig verbetering komt. Bij voetibal zie je ook dat gemis aan baltechniek, dat op weinig training wijst "
R.A.P.'s voetbalglorie.
Apropos, Rincker heeft ook gevoetbald en, al kent het tegenwoordige geslacht hem alleen als cricketer, de ouderen weten, hoe hij elf seizoenen lang keeper was in het roemruchte R.A.P., waarmee hij in 1897—'98 en 1898—'99 het kampioenschap van Nederland mee hielp behalen. Het mini-
De oude garde van ons Nederlandsch cricket vereenigd rond den nestor Posthuma in Sept. 1920, toen Posthuma van plan was met cricketen op te houden; v.l.n.r. staande: Pleyte d'Ailly, Feith, Koolhoven, Posthuma, Coops, v. Stolk, Rincker, Schröder; zittende Diemer Kool, Bijleveld, Isbrücker.
atuurbekertje, dat de N.V.B. vroeger als charivari ter herinnering gaf aan de spelers van het elftal, dat den Holdert-beker wist te veroveren, duidt er cp, dat R.A.P. met Rincker als doelman ook eens in deze — toen nog in hooge eere staande — bekerwedstrijden^zegevierend uit 't strijdperk trad.
In 1907, R.A.P.'s laatste jaar in de eerste klasse, gaf hij er het voetballen aan om zich op sportgebied voortaan alleen te wijden aan cricket in zijn oude Amstels CC, waarmee hij vier keer — de laatste keer onder den naam van V.R.A. — het kampioenschap van Nederland wist te veroveren. In 1909 won Amstels CC zoowel kampioenschap als Telegraafbeker en momenteel is de VolhardmgR.A.P.-Amstels combinatie de eenige club geweest, die H.C.C.'s glorietocht in de eerste klasse-competitie heeft
weten te onderbreken door in 1924 aan Fokker c.s. het kampioenschap af te snoepen.
„Cricketen doe ik nu al sinds '87, dus op den kop af veertig jaar, 't is de mooiste sport, die er bestaat, vooral zooals wij het hier spelen zonder publiek en zonder de daaraan verbonden geldkwesties, die het voetbal bedorven hebben. Al die jaren heb ik met pleizier gespeeld en tevens ook voor mijn pleizier, van puntenjagen om 'n derde winstpuntje binnen te halen, zooals de tegenwoordige competitiebepalingen willen, heb ik 'n afkeer, je speelt het spel om het spel en niet om de punten" aldus de opinie van dezen cricketer in merg en been, die er, niettegenstaande zijn vijftig levensjaren, nog lang niet aan denkt om er mee op te houden!
M. J. ADRIANI ENGELS.
J(J. "l + neen,
9«"*> maar net bow-
er st; ; net Dow-
;hterf ' de ouderen als
V.V.V.—V.R.A. in 1925: Rincker (in het midden) als batsman aan het doode wicket; Grootmeijer bowlt.