174

DE REVUE DER SPORTEN.

De wedstrijd van den dag-: l1 eyenoord-öparta o-i

Prijzenpolitiek.

Een wedstrijd tusschen Feijenoord en Spar la is voor Rotterdam steeds een gebeurtenis van bijzonder belang zooveel temeer dus ditmaal nu beide ploegen nog aanspraak op het kampioenschap konden doen gelden. De strijd is dan ook in Rotterdam gedurende de geheele voorafgaande week het onderwerp van tal van gesprekken geweest, ook al doordat het bestuur van Feijenoord besloten had de toegangsprijzen vrij aanzienlijk te verhoogen. Hoe geestdriftig de Rotterdammers ook voor Sparta of Feijenoord mogen zijn, over het algemeen geraken ze voor hun portemonnaie nog meer in vuur. Het is dus te verklaren, dat van alle kanten tegen deze verhooging — tribuneplaatsen kostten zelfs drie gulden, bijna N.V. B.-prijzen derhalve! — werd geprotesteerd. Feijenoord had er echter een handigheidje op gevonden om de getrouwe volgelingen van de club zoo min mogelijk te dupeeren. Bepaald was n.1. dat men op vertoon van het toegangsbewijs van den wedstrijd tegen Sparta bij den eerstvolgenden wedstrijd tegen verminderd entree toegang zou krijgen, zoodat de supporters van Feijenoord voor de twee wedstrijden in totaal dus precies evenveel betaalden als gewoonlijk.

Natuurlijk vonden de volgelingen van Sparta het ongepast, dat ze dus het gelag hadden te betalen doch daar het natuurlijk niet mogelijk is iedereen tevreden te stellen en men ook niet alle liefhebbers op het Feij enoordterrein zou kunnen bergen indien de normale entreeprijzen werden gevraagd, trok het bestuur van Feijen¬

oord zich blijkbaar van al die protesten niets aan.

Het was overigens geweldig zooveel belangstelling- er voor dezen strijd bestond. Men kreeg den indruk, dat alle vervoermiddelen van Rotterdam gerequreerd waren om de toeschouwers naar Feijenoord te brengen. Reeds om twaalf uur maakten de liefhebbers op de Groote Markt 'n lange keu om per bus de verre reis naar het ergens in de buurt van Dordrecht gelegen terrein te gaan ondernemen.

De Feijenoorders verschenen voor deze gelegenheid in een zwart costuum met een teeder cerise-kleurtje afgezet. Het flatteerde bepaald. Alleen vloekte die zachte kleur van boord en omslagen wel een beetje met het spel, dat alles behalve zachtzinnig was. Het zwart was meer toepasselijk. Het ging hard tegen hard, ik houd m'n hart vast wanneer twee dergelijke ploegen eens onder een zwak leider tegen elkaar worden losgelaten. Dat zal moord en doodslag geven met een veldslag van het publiek tot slot!l Gelukkig daarom dat Mutters voor het eerst van het seizoen de fluit maar weer eens had opgezocht en daarbij toonde de kunst

nog niet verleerd te hebben. Hij floot als een meester, hij heeft bovendien nog steeds geen vertrouwen in zijn horloge, dat hij tenminste keer op keer ernstig beluistert, blijkbaar vreezende, dat het zijn diensten plotseling- zal staken.

Roem moet Spitsroedenloopen.

Het groote feit van den wedstrijd was het uit het veld zenden van Roem, die ondanks de vele jaren, dat hij nu reeds in de vcetbalbeweging meeloopt, niet heeft geleerd, dat men z'n voeten alleen mag gebruiken om den bal te schoppen. Dit misbruiken van z'n onderdanen zal den Spartaanschen doelverdediger waarschijnlijk eenige weken gedwongen vacantie bezorgen, wat intusschen voor hem misschien nog minder pijnlijk is dan de lange wandeling van het doel naar de kleedkamer te moeten maken, aangestaard door 24.000 oogen en onder een hoonend gejuich van een groot gedeelte van de bezitters van die oogen. Dit lijkt me op zich zelf reeds straf genoeg, ik vraag me werkelijk af of een dergelijk spitsroedenloopen eigenlijk wel in de reglementen van een spel geduld mag worden. Ik teeken hierbij overigens aan, dat deze vraag juist dezer dagen ook in Engeland is gedaan.

Bok de Korver, in Rotterdam onbekend.

Gelukkig dat voetbalschande al even spoedig,vergeten wordt als voetbalroem. Van dat laatste kreeg ik juist dezer dagen een treffend bewijs. Voor enkele dagen zond ik n.1. een brief aan Bok de Korver, doch adresseerde dat stuk aan zijn adres van het vorig jaar daar zijn nieuw adres me niet bekend was. Ik meende echter, dat zelfs een brief, geadresseerd aan „Bek de Korver, Nederland", wel terecht zou komen. Helaas bleek de Rotterdamsche post nilet zoo sportief aangelegd te zijn, De brief kwam n.1. als onbestelbaar terug met de opmerking „Vertrokken zonder na der adres". Ik vreesde reeds het ergste doch gelukkig zag ik gister de Korver in levende lijve bij Feijenoord, waar ik hem natuurlijk onmiddellijk

H.B.S. voor den aanvang van den wedstrijd tegen E.D.O., waarbij de zwartjes door een 4—2 nederlaag hun laatste kansje op 'n kampioenschap zagen verdwijnen.