110

DE REVUE DER SPORTEN.

revue

Wim Peeters over zijn athletiekloopbaan.

Of meneer W. Peeters ook thuis was, vroegen we, toen de telefoonjuffrouw van het Zwolsche net ons verbonden had met nummer 973.

,,'k Zou 't niet kunnen zeggen", zei de stem aan het andere eind van de draad, „ik zal eens even kijken. Wie kan ik zeggen, dat er voor hem is?"

Waarop we onzen naam noemden.

„Oh, ben jij het?'' zei dezelfde stem merkbaar opgelucht, „je spreekt met Wim zelf. Ik zou tegen dezen tijd opgebeld worden door iemand, voor wien ik niet thuis was en daarom vond ik het veiliger om eerst eens te infor-

WIM PEETERS,

wiens record op den hinkstapsprong (15.47 M.) slechts zes centimeter onder het wereldrecord staat.

meeren, wie er voor mij was. Maar wat is het?"

„Het" was natuurlijk een interview voor de Revue der Sporten en niet al te lang daarna tikten we aan de deur van Wim Peeters' studeerkamer, waar de brave athleet — kampioen van Nederland en Engeland plus recordhouder van Nederland en Engeland op zijn specialiteit: de hinkstapsprong — zijn hersens volstampte met de noodige en onnoodige wetsbepalingen, die men ten gemeentehuize, waar Peeters werkzaam is, in zijn hoofd moet hebben.

'n Bureaulampje verlichtte scherp een bureau met veel bar interessante en vervelende studieboeken, waaruit de hinkstapsprongkampioen zijn dorst naar kennis van de Nederlandsche wetboeken kon lesschen; uit de lichtcirkel van het bureaulampje verrees in de verder schemerdonkere studeerkamer een lange figuur met in het halfdonker werkelijk angstaanjagend lange beenen, want Wim Peeters is niet zoo ver van de twee meter af. We dachten onwillekeurig aan 'n Oostelijk sprinter, die ons eens verteld had, dat hij het zoo vervelend vond om vlak naast Wim Peeters aan den start te liggen voor de 100 meter: „als je op 't startschot die irriteerend lange beenen naast je in beweging ziet komen, lijkt 't je, of je net zoo goed in je startkuiltje kan blijven zitten, zulke stelten naast je benemen je allen moed."

Het electrisch licht floepte aan, de kamer, nu niet meer spaarzaam verlicht door het bureaulampje boven de reeks paperassen en boeken, baadde in de traditioneele zee van licht en Wim Peeters zag er heel wat minder angstjagend uit dan de spookachtig-

'BUENINCK & Co.

INTERNATIONALE EXPEDITEURS

OPGERICHT 1871

Amsterdam - Rotterdam - Roosendaal N.Br. - Dusseldorf - Antwerpen Speciale diensten van L0ND0N, HULL, PARIS, BERLIN en BAZEL

Sneldiensten van Duitschland, Frankrijk, Engeland en Zwitserland

OPSLAG CONTROLE WEGING

Verstelbaar Autovoorscbm „PARASOL" met blauw glas, tegen verblinding en zon

Specialiteit Autoschermen HUGO REISIGER - : ROTTERDAM - Telef. 40306

DE BEK S ALM

Centraal R

Rokin 70, f AMSlEl

Ruime keuze prira N S F, AIRVOICE, N dak- en ran BALTIC-bouwdotfer

Speciaal iets '

vï*a

TOF?

Voedzaam.

ALUMINIUM AUT" N V. De NaaJ1^ v.h. ADOLF c"

Hemonystraat 11 l

herhaaldelijk overwinnaar in 24 uur'A'e en van ruim 500 wedstrijden in '' i Prijzen van f 2000.- tot f 7000.- 'N Dt

Importeur: BARD GERSTEL, Vogelk^j

lange gestalte in het schemerdonker van zoo juist, 'n Stoel voor hem, 'n stoel voor schrijver dezes, 'n notitieboekje als geheugenhulp, we konden beginnen.

—o—

„Hoe kwam je er eigenlijk bij om den hinkstapsprong uit te zoeken? ' informeerden we, „iemand kan nu wel voelen, dat hij aanleg heeft om hard te loopen of om hoog te springen, maar zoo'n drieledige springbeweging is je toch niet in de wieg aangeboren."

„Och, 't was ook in zekeren zin bij ongeluk, dat ik aan den hinkstapsprong kwam", antwoordde het slachtoffer van dit Revue-interview, „aan het eind van den zomer '23 hadden we hier den jaarlijkschen athletiekdag voor voetballers uit den N.C.V.B. — ik voetbal ook zoo'n beetje, moet je weten — en daar ging het voor den wisselbeker altijd tusschen Z.A.C. en mijn club P.E.C. Elk puntje telde en daarom deed ik behalve aan de korteafstands-nummers en de estafette ook mee aan zooveel mogelijk springnummers om maar punten voor P.E.C. te veroveren. Een van die springunmmers was de hinkstapsprong, en ik verbeterde daarbij, tot verrassing van alle mensehen, het Nederlandsch record, dat met 12.88 al 'n heelen tijd op naam had gestaan van Lapère. Zelf had ik er ook heelemaal niet op gerekend, want tot dusver had ik de diverse springnummers en de 100 meter heelemaal zonder een bijzonderen voorkeur voor dat eene nummer beoefend."

„En toen kwam Hjertberg zeker op cle proppen?" was onze vraag.

„Juist, hij hoorde van die recordverbetering en kwam me hier eens opzoeken. Ik leerde van hem 'n hoop, al had ik in Parijs driekwart jaar later ook geen succes, en van Kreigsman leerde ik ook 'n hoop, zoodat ik nu vrij wat verder spring dan in het begin."

„Inderdaad, Lapère's record stond op 12.88 en je laatste record op 15.47, dat scheelt inderdaad wel 'n ietsje. — Was je al lang lid van P.E.C, toen in '23?"

„Nee, nog niet, ik was speciaal lid geworden om er te athletieken, niet zoozeer om te voetballen, al deed ik er dat bij om 's winters niet stil te hoeven zitten. P.E.C. had juist 'n puike ploeg met Ru Overmars, Huug Visscher en Dick Overmars, dat lokte me, omdat ik altijd veel voor springen en hardloopen gevoeld had. Als jongen hielden we bij ons in de buurt — ik woonde in Assendorp toen, je weet wel, daar bij de brug over het Zwolsche spoorwegemplacement — vaak wedstrijden, wie het vlugst 'n blokje rond kon rondloopen en wie met de minste passen de straat over kon springen "

„Ook 'n soort hinkstapsprong", bepeinsden we.