DE REVUE DER SPORTEN.
80<
het Noorden voorging in zijn propaganda voor de snelwandelarij.
Voor dezen teruggang zijn verschillende oorzaken aan te wijzen, al is het wel moeilijk om precies aan te geven, waar nu feitelijk de schoen of, zoo men wil, de spike, wringt.
Allereerst is daar de betrekkelijke isolatie van het Noordelijk district, die feitelijk met zich brengt, dat de Noordelijke athletiekers gedurende het wedstrijd-seizoen geheel op zich zelf zijn aangewezen en zich slechts in onderlinge kampen meten, terwijl b.v. in het Westen aan de comingmen week aan week vrijwel de gelegenheid wordt gegeven hun kunnen door het uitkomen tegen onze internationale grootheden op te voeren.
In dit verband zou wellicht eenige verbetering zijn te verkrijgen wanneer de Groningers wat meer contact zochten met den bond van de Jong, den Frieschen Athletiek Bond, die (het dient met cere vermeld) de propaganda in het land der meren en weiden met energie en vasthoudendheid ter hand heeft genomen, en dan hier, dan daar door wedstrijden het beoefenen der zomersport bevordert.
Ook in Friesland echter vindt men een sterke eenzijdigheid: de supprematie van het Leeuwarder Quick, de club van Mej. Zondervan, kampioene F. A. B. op tal van nummers, beduidt een overmacht, die zeker nog lang niet door de geleidelijk opkomende andere vercenigingen is vernietigd.
Frappante staaltjes van de opkomst van „provinciale" sterren gaf de laatste N. A. B.-meeting te zien: een Gieter boy, een stoere knaap, enkele dagen te voren in antwoord op een laconiek briefkaartje-van-wel-eens-ineen-wedstrijd-te-willen-uitkomen persoonlijk lid geworden, werkte zich 's morgens direct in de finale 400 M. en sloeg op den middag mir-nichtsdïr-nichts den Noordelijken crack op dit nummer, den 1926'er a Stüling. Aldus beleefde de Noordelijke Athletiekwereld het wonderlijke feit, dat een Drentsche jongen, van wien niemand een Zondag eerder had verno-
men, werd afgevaardigd als representant van den N. A. B. Al gaf hij Paulen c.s. op den beslissenden dag geen partij, zijn kracht en sterke wil zijn factoren, die van deze als een meteoor neergevallen ster nog het beste doen verwachten.
Telt men hierbij de goede prestaties, die Loppersum, het land der aalbessen, en Usquert, van welke plaats den Groninger athleten tot dusverre alleen de kermis bekend was, bij dezelfde selectiewedstrijden boekten, dan komt de pooverheid der stadjers-enhun-verrichtingen wel voldoende sterk naar voren.
—o—
Wij meenen, dat ook een deel van de Groningsche maalaise is terug te vinden in de wijze, warop men van de zijde van de K.N.A.U., en meer in het bijzonder door haar coach Kreigsman is behandeld.
Aangezet door den N.A.B. nam een groot aantal athleten (het dient erkend, dat er ook een groot percentage would-be onder was) deel aan de weinige indoor-lessen, door den K.N.A.U.trainer „in de stad" gegeven, wat tenminste nog wat was in vergelijking met de leden van den Frieschen Bond, die blijkbaar absoluut werd genegeerd.
Afgezien van alles echter.. Kreigsman bleef weg, toen het echte werk feitelijk aan den winkel kwam, i.c, toen het mogelijk werd, in de buitenlucht te oefenen.
Gevolg: uitdooven van de ambitie en animo, in het eerst door de komst van den trainer geweket, en als gevolg daarvan tenslotte weer een vrij slap athletiekscizoen.
Méér redenen zouden er nog zijn te noemen. Daar is de minder goede
Black er
UJhisky
Omcrool inenten mor Holland: Frans Verbunt irCo.Tiimjrq
verstandhouding met de Turn-menschen — gelukkig klaart hier de lucht weer een beetje op! — met wie een vriendschappelijke samenwerking, nu de boel feitelijk toch nog op zoo heel losse schroeven staat, zooveel verbetering tot stand zou kunnen brengen!
Daar is tenslotte het gebrek aan technisch inzicht bij sommige der leidende N.A.B.-menschen, die natuurlijk hun enthousiasme, als gevolg van hun jeugd, voor hebben, maar waardoor een soliede en standvastige besturing van het geheel niet in de hand wordt gewerkt.
En toch., al ligt er nog veel braak, er zou heel wat te bereiken zijn. Aan initiatief en goede wil ontbreekt het in de Noordelijke athlctiekwereld absoluut niet: waren daarvan de grootsch opgezette athletiekwedstrijden van „1926", een meeting van superieure internationale klasse, die helaas even superieur verregende, niet de beste bewijzen?
En nog is hier het vuur allerminst gedoofd, maar men moet de moed niet laten zakken. De symptomen, die daarvan de laatste weken te bemerken vielen, dienen hoe eer hoe beter te worden verwijderd om plaats te maken voor een eendrachtige samenwerking tusschen „1926" en Hellas, tusschen G.V.A.V. en Olympia, tusschen Turnkring en Athletiekbond. Laat men het nog eens probeerne om de Groningers tegen de Friezen te laten uitkomen en dan mogelijk via het Oosten (waar blijven toch de plannen van de jaarvergadering?) in het oude contract met het Westen weer te herstellen. Wellicht zien we dit jaar Paulen, v. d. Berge en Broos nog eens aan den start in Groningen, althans er bestaan plannen voor een invitatiewedstrijd in September. Wij weten het; vanuit het Westen trekt men graag naar het gasvtrije Noorden, waar men de organisatie van wedstrijden verstaat en daarom.... alle indolentie en teleurstelling aan den kant; op voor het herwinnen van de oude plaatsen!
ONZE DUITSCHE GASTEN. Links - Dobermann, kampioen van Duitschland en Engeland, won het verspringen met 7 02 M ■ midden: Schnackert, winnaar speerwerpen met 54,68 M. (Ned. record 53,92 NI.); rechts: de Duitsche estafetteploeg, die de 4 X 100 M. in 43 sec. won, maar gedisqualificeerd werd, v. I. n. r.: Salz, Mölle,
Houben en Dobermann.