808
DE REVUE DËR SPORTEN.
NEDERLAND—WEST DUITSCHLAND 56i/2-55i/2. Bij het polshoog bereikten Adams (West Duitschland) en Runia (Nederland) na ettelijke keeren overspringen dezelfde hoogte (3,55 M.) en deelden ten slotte de punten. Links Adams in actie, rechts Runia op 3.55 M. hoogte, in het midden de twee tegenstanders bij een
vriendschappelijken handdruk.
De Athletiekwedstrijden.
In verband met een te Amsterdam te houden vergadering van het bestuur van de Federation Internationale Athletique d'Amateurs, vertoeft aldaar sedert enkele dagen de voorzitter, de heer J. S. Edström, die van deze gelegenheid gebruik maakte, om met den Algemeenen Secretaris van het Comité 1928, Kap. G. van Rossem en den voorzitter der Sporttechnische afdeellng, den heer C. F. Kellenbach, overleg te plegen inzake het organiseeren van de athletiekwedstrijden der Olympische Spelen.
Tegelijkertijd vergadert een speciale commissie van deze Federatie om de internationale regels van het handbal vast te stellen.
De voorbereiding der krachtsportmenschen.
De Ned. Krachtsport Bond heeft besloten om de navolgende gewichtheffcrs in training te doen gaan voor de Olympische Spelen: uit Amsterdam Roos, Overstegen en Dreyer, uit Haarlem de Wolf, Scheffer en Tholen, uit Utrecht van Basten, uit Den Haag J. Verheyen, H. Verheyen en Zalm, uit Beverwijk Burger en Liesker. Deze gewichthef f er s, waarbij wellicht nog enkelen gevoegd zullen worden, trainen vanaf Zondag 4 Sept. telkens om de veertien dagen te Amsterdam (clublokaal D. O. K.) onder leiding van A. de Jong en nog een nader aan te wijzen tweeden leider. De derde keuze der worstelaars zal plaats hebben op 24 en 25 Sept. te Amsterdam; de bondscommissie zal van dan af geheel de leiding op zich nemen. Op 23 Dec. te Amsterdam, op 24 Dec. te Arnhem, op 25 Dec. te Rotterdam en op 27 Dec. te 's-Gravenhage, zullen de in training zijnde worstelaars uitkomen tegen een sterke buitenlandsche ploeg, die op de Eur. kampioenschappen te Boedapest zal worden uitgenoodigd.
i^mnMpmimRi^
Athletiek in Noord, Oost, Zuid en West
Achteruitgang in het Noorden.
Berliner Kaufhaus
Kalverstr. 192 - A'dam - Tel. 36292 — ARTICLES DE TOILETTE —,
Vrijwel week aan week kan men in de Revue foto's en beschouwingen over de belangrijkste athletiekwedstrijden vinden, doch op al die wedstrijden zijn het bijna steeds dezelfde menschen, die met de prijzen gaan strijken, de meer of mindere bloei der innerlijke organisatie onzer gewestelijke athletiekbonden komt bij deze groote wedstrijden, waarop alleen de cracks kans hebben, niet zoozeer tot uiting. Daarom stellen we ons voor in de Aug.- en Septembernummers van ons blad, nu het athletiekseizoen ten einde spoedt, onze diverse provinciale athletiekmedewerkers eens aan het woord te laten over „de athletiek in Noord, Oost en Zuid", meer speciaal over de voor- of achteruitgang, die de athletiekbeoefening in deze districten, afgezien van 'n toevallig daar wonen van 'n recordverbeterenden of kampioenschappen veroverenden crack, doormaakt. Ook de „lagere athletiek" in het Westen zal in deze rubriek behandeld worden; een beschouwing of b.v. de Zuid-Hollandsche Athletiek Bond met zijn huidig systeem naar bevrediging werkt, is zeer zeker wel van belang.
We vangen in dit nummer aan met 'n artikel over „Noordelijke athletiekloestanden" door een onzer Noordelijke medewerkers, 'n gewaardeerd insider in het Groningsche sportleven; Oost en Zuid volgen in ons volgend nummer. (Red.)
Een onzer Noordelijke medewerkers schrijft ons:
Voor wien er vóór dien tijd nog blind voor mocht zijn geweest, zal het na de te Haarlem gehouden nationale kampioenschappen wel duidelijk zijn
geworden, dat het Noorden op athletiek-gebied in ons land vrijwel niet meer meetelt.
In het land boven Zwolle maakt men momenteel een depressie door, die als het ware de keerzijde vormt van de bloei-periode enkele jaren geleden, toen de athletiekafdeeling van de G. V. A. V.-Rapiditas met Kempkes, Houttuin, Kuiper en Duisterwinkel een prima estafette-ploeg op de baan kon brengen, toen Luurs een firstclass polsspringer was en men met nog enkele anderen een ploeg kon formeeren, die zich overal in den lande kon doen gelden .... en het dééd ook.
Sindsdien is er ongetwijfeld al het mogelijke gedaan, om deze florissante toestand te bestendigen: de gemeentebemoeiingen in sportzaken in Groningen strekten zich ook — en niet in de laatste plaats — tot de zomersport bij uitnemendheid uit, en zoo kreeg de Noordelijke metropolis enkele seizoenen geleden een pracht van een sintelbaan, als ring rond een tweetal keurig geaccommondeerde athletiekterreinen, alles saamgenomen een complex, dat met de beste binnen onze grenzen kan wedijveren, en waarop dan ook (logisch gevolg!) in de nationale kampioenschappen van vorig jaar tal van records werden gebroken.
In plaats van echter een verderen groei der athletiek qua beoefening en prestaties met zich te brengen, staart men thans plotseling — en naar onze meening vooral in de stad Groningen— op de keerzijde van de medaille: een inzinking in de gelederen der athleten, wier getal eer vermindert dan grooter wordt en wier prestateis niet meer evenredig zijn aan die uit den tijd, toen redacteur Strengholt in