DE REVUE DER SPORTEN.
807
HET IJ NAAR BARCELONA. — Onder leiding van voorzitter Gerard Blitz (tweede van links) vertrokken Donderdagmorgen een twaalftal zwemmers en polospelers van Het IJ naar Barcelona om daar aan eenige wedstrijden deel te nemen. Onze fotograaf kiekte het vertrek van Amsterdam C. S.
sluit reeds twee jaar oud was. Er is in dien tijd zooveel veranderd, dat degenen, die toen in 1925 tegen vergoeding wegens loonderving waren, nu misschien wel van standpunt veranderd zijn.
Het 1. O. C. wist dus geen uitweg uit de impasse behalve een nieuw congres, waartegen veel practische bezwaren waren; men zocht naar 'n interpellatie van het Prager besluit, die ook de F. I. F. A. zou bevredigen en op de ochtendbijeenkomst van de F. I. F. A. werd als een dusdanige bevredigende interpellatie het denkbeeld om de gelden niet aan de spelers zelf doch aan hun werkgevers uit te keeren, genoemd en dat idee legden we aan het I. O. C. voor.
's Middags in een tweede vergadering werd de overeenstemming bereikt; het I. O. C, dat bij dezen gulden tusschenwg de grootste concessie moest doen, ging er mee accoord en daarmee was het Olympisch voetbaltournooi gered."
—o—
„Denkt U, dat de andere bonden nog zullen probeeren om hetzelfde van het I. O. C. te verkrijgen als de FIFA bereikt heeft?" vroegen we.
'„Daar zou het 1. O. C. heel anders tegenover staan; de F. I. F. A. had van te voren het deelnemen van zijn leden aan het Olympische tournooi afhankelijk gesteld van de te nemen amateursbepalingen, de andere bonden niet en zoo'n eventueele opportuniteitsactie zou, naar mijn gevoel, heel wat anders zijn en door het 1. O. C. terecht afgewezen kunnen worden Da* neemt niet we, dat momenteel
urn
TAMDPASÏA
GKOOTETUBEn jg«st %TUBEn^^c1
DSti-riAnriiriG0
Phahm:Cmem:FabriE«
DErWiAAG/
gezin daar het slachtoffer van kunnen worden. Wat voor bezwaar kan men nu hebben om in zoo'n geval het dagloon van den fabrieksarbeider ter land te stellen aan de fabrieksdirectie met verzoek zoodoende het gezin van den arbeider evengoed het vaste salaris te doen toekomen als aan het gezin van den kantoorbediende?" —o—
„Dacht U, dat we nu, op Engeland na, de meeste landen met een voetbalploeg in Amsterdam zouden zien?" aldus was onze laatste vraag.
„Voor zoover ik beoordeelen kan" antwoordde de F. 1. F. A.-secretaris, „zul alleen Denemarken zeker ontbreken. Amerika heeft wel hetzelfde principe als Engeland, doch de Amerikanen zijn heel wat plooibaarder dan de Engelschen en ze zullen zich denkelijk wel weten aan te passen aan de omstandigheden; op de komst van Amerika reken ik tenminste wel. De centrale landen als Oostenrijk, Tsjecho-Slovakije enz., die zoowel profs als amateurs hebben, weten nu — door het tevens genomen besluit om een spelers, die eenmaal voor geld gespeeld heeft, voorgoed van de Olympische Spelen uit te sluiten — dat ze alleen met zuivere amateurs mogen komen, niet met ex-profs; hun amateurselftallen zijn nog wel niet van dezelfde kracht als vroeger, maar om aan te sterken zullen ze wel in Amsterdam verschijnen zonder er een hoofdrol te spelen."
Da dames-athletiek in 1928.
De wereldorganisatie voor vrouwensport (F. S. F. L.) ging in haar te Breslau gehouden vergadering accoord met het Olympisch programma voor damesathletiek, dat bestaat uit 100 M., 800 M., 4 X 100 M., hoogspringen en discuswerpen. Eenige internationale records werden erkend, waarbij men constateeren kan, dat de Nederlandsche dames nog veel te leeren hebben, b.v. op speerwerpen, waar het Ned. record op 28.24 M. staat en de beste buitenlandsche prestatie (mej Hargus) op 50.75 M. Het best staat in verhouding ons Nederlandsch record 200 M. (mej. Grooss 26.6 sec, miss Edwards 25.2 sec). De F.S.F.L. zal te Amsterdam in Januari a.s. een bestuursvergadering en tijdens de Olympische Spelen aldaar de jaarvergadering-1928.
ieder, die de toestanden in de sportwereld goed doorziet, geen bezwaar meer kan hebben tegen een billijke vergoeding wegens loonderving, mits blijvend binnen redelijke grenzen, zooals b.v. de F. I. F. A. dat aangeduid heeft. Die grenzen vormen de moeilijkheid: stelt men ze te ruim, dan gaat de speler verdienen aan zijn sport, 't is ermee als met 'n dosis stychnine, die, bij 'n miniem-kleine portie genezing kan brengen, maar bij 'n dosis van slechts 0,01 gram al doodelijk is.
'n Typisch voorbeeld, dat aangeeft hoe loonsvergoeding soms 'n eisch der billijkheid is, gaf me 'n Amerikaansch bedrijfsleider, van wiens fabriek in 1924 twee leden van het personeel uitgekomen waren in het Amerikaansche voetbalelftal te Parijs. Beiden hadden ze verlof van de directie gekregen, maar het salaris van den een, die kantoorbediende was, ging door gedurende zijn reis naar Europa, terwijl de ander, die tot het fabriekspersoneel behoorde, zijn dagloon niet uitbetaald kreeg gedurende zijn afwezigheid. Dat was nu op één fabriek; de speler, die toch al het minst verdiende, werd financieel getroffen en wanneer hij getrouwd was, zou zijn