DE REVUE DER SPORTEN.
603
AMSTERDAM BEVOORRECHT!
(Ingezonden)
Den Haag, 26 Mei 1919.
Geachte Redactie!
Beleefd verzoeken ondergeteekenden plaatsing voor onderstaand schrijven.
Met verwondering en zeer zeker niet met ingenomenheid hebben ondergeteekenden vernomen, dat niet alleen de internationale voetbalwedstrijd Holland-Zweden, maar ook de z.g. voorwedstrijd tegen het Zwaluwenelftal zal plaats hebben in het Stadion te Amsterdam. Uit het oog¬
punt van voetbalpropaganda bezien, is het onverklaarbaar, dat Den Haag en Rotterdam in dit opzicht zoo worden achteruitgesteld. Amsterdam is toch reeds zoo bevoordeeld, doordat deze stad dit jaar 2 kampioenclubs telt en de sportenthousiasten aldaar reeds vele malen van hoogstaand voetbalspel hebben kunnen genieten.
Wordt 'tnu geen tijd, dat Rotterdam of Den Haag nu ook eens aan de beurt komt? Ook daar zien duizenden voetballiefhebbers reikhalzend uit naar een goeden wedstrijd, die in de eerste klascompetitie helaas zoo zeldzaam is. De reis naar Amsterdam is voor velen te kostbaar.
Hopende door dit schrijven den N. V. B. opmerkzaam te maken op een grief van talrijke liefhebbers, en U bij voorbaat dankend voor de plaatsing, verblijven wij, Opmerkers, A. VAN DER HOUT c. s.
Hippische Schetsen, door
Ue Courses en <L
(Vervolg.)
In October 1856 verspreidde zich het gerucht, dat de heer Alexandre Aumont, niettegenstaande zijn voortdurend succes op de renbaan, al zijne paarden publiek zou verkoopen. Men was nog onder den indruk van dit gerucht, toen bekend werd, dat de verkooping niet zou plaats hebben, daar de heer Aumont zijn stal aan één ' enkelen kooper had verkocht.
De kooper, wiens naam tot dusver in de course-wereld onbekend was, doch die daarin later met een ongekenden glans zou schitteren, was niemand anders dan Graaf Frédéric de Lagrange, wiens stal — naar men beweerde — met de hulp van Napoleon III werd opgericht.
Graaf de Lagrange vatte het plan op, de Engelschen op eigen bodem te gaan bestrijden, hij had alles onderzocht en was tot de conclusie gekomen, dat de superioriteit der Engelschen minder bestond in hunne paarden, dan wel in hun methode en traineerterreinen.
Onmiddellijk bij zijn debuut op de Turf bracht hij zijn denkbeelden in praktijk door twee trainingscentra in te richten, het eene te Royallieu, onder Henry Jennings, het andere te Newmarket (Phantom Cottage), met diens ouderen broeder Thomas Jennings.
Beiden waren gevormd in de school van Thomas Carter, den vroegeren trainer van Lord Seymour. Na een verblijf te Turijn, bij Prins de Carignan, kwam hij in dienst bij den heer Aumont en ging vervolgens bij Graaf de Lagrange over, waar hij de meestbekende paarden van dezen edelman of van zijn associé, den heer C J. Lefèvre voorbereidde, nl. Hospodar, Fille-deVAir, Gladiateur, Mortemer, Reine, Chamant, Flageolet, Saint-Christophe, Verneuil, Clémentine, Rayon d'Or, Tristan, Albion, Archiduc, e. a.
Na den dood var. Graaf de Lagrange, 1883, werd Tom Jennings publiek trainer.
In de lente van het jaar 1854 deed Graaf de Morny— aan wien de courses zeer veel verplicht zijn — het voorstel aan de Société d'Encouragement, een renbaan aan te leggen in de vlakte van Longchamp. Het denkbeeld werd met enthousiasme ontvangen.
De vlakte werd toen doorsneden door een zijtak van de Seine, die ongeschikt was voor de scheepvaart en was van het bosch gescheiden door een scheidingsmuur
A. J. G. van Merkesteyn.
hare Geschiedenis.
en door een vrij hoogen heuvel, op den top waarvan zich het oude kerkhof van Boulogne bevond.
Men kan zich derhalve een denkbeeld vormen van de belangrijke werken, die uitgevoerd moesten worden, om van dat terrein de tegenwoordige renbaan te maken.
Men legde twee renbanen aan van
«V 30 Meter breed; de eene, ter lengte
van 2000 Meter, in de vlakte (gemiddelde baan); de andere, ter lengte van 3000 Meter,
(groote Daan), geaeeiteirjK op uc t^i,mc helling die de vlakte met het bosch verbindt. De derde baan, 1600 Meter lang (kleine baan), werd het volgende jaar aangelegd.
Men kan zich een denkbeeld vormen van de voortvarendheid, waarmede de verschillende werken werden uitgevoerd, als men weet, dat de inwijding van Longchamp een jaar later plaats had, nl. op 26 April 185/.
De opening van de renbaan te Longchamp en het optreden van Graaf de Lagrange, vormen eene groote gebeurtenis in de geschiedenis der courses in Frankrijk en het tijdperk, dat gevormd wordt van 1857 tot aan den oorlog van 1870, is ontegenzeggelijk het schitterendste van de Fransche Turf en de stichting van den Grand Prix de Paris — een gevolg van de totstandkoming van de renbaan te Longchamp — gaf aan de Hippische Sport het reliëf dat daaraan nog ontbrak.
De inwijding van de baan te Longchamp had — gelijk gezegd — op Zondag 26 April 1857 plaats en zulks met groote plechtigheid.
Niettegenstaande het sombere, koude weer, was eene enorme menschenmassa aanwezig. De recette bedroeg meer dan 20,000 francs, hetgeen schitterend werd geacht daar in dit bedrag niet begrepen waren de jaarabonnementen, die men ingesteld had en de talrijke invitatiën, die waren rondgezonden.
De foule was zoo enorm en het aantal rijtuigen zóó aanzienlijk, dat de Commissarissen, Baron de La Rochette, J. Reiset en Graaf Alfred de Noailles, den aanvang van het eerste nummer meer dan een half uur moesten uitstellen.
Bij het mondaine publiek was het toen mode, de courses in rijtuig bij te wonen, op het middenterrein of er te paard te komen; men telde dan ook 700 rijtuigen, 11 four-in-hands, (men gebruikte toen het woord
mail-coach nog niet) en ongeveei ow mucia.
Armband-horloges
- IN -
Goud, Zilver en Platina
's-GRAVENHAGE.
Chron ographes Reishorloges