712
Het Elfde Jaarfeest van den Kon. Off. Schermbond te 's Hage.
In de sombere zalen der Normaal Schietschool te 's Gravenhage ving Dinsdag 1.1. bovengenoemd jaarfeest aan met een wedstrijd op de fleuret voor niet-prijswinnaars, waarin de
heer ü. A. van Hulstein,2eluit. le regt. veldart. den eersten prijs won na een zeer zwaren en moeilijkenstrijd.Luit,van Hulstein zal, als hij 't volgende jaar met de
prijswinnaars medekampt, die afdeeling met een interessanten schermer vermeerderen. Des middags werd een aanvang gemaakt met den wedstrijd fleuret afd. prijswinnaars.en aan het talrijk opgekomen publiek, waaronder vele dames, on¬
der wie in 't bijzonder werd opgemerkt mevrouw Wirix-van Mansveld, die door het schenken eener medaille tastbare blijken gaf van hare sympathie voor de schermkunst, bemerkte men al spoedig, dat men een in¬
teressante match verwachtte. De deelname van de schermers van Rossum, Hubert v. Bleijenburgh, die eenige maanden de cursussen volgde aan de Ecole normale de .Joinville-le-Pont en Brussel, de .Jongh, v. d. Grinten, Wirix e. a. maakten dezen strijd inderdaad tot een spannenden kamp.
Er werd met bijzondere opgewektheid geschermd soms met al te groote voorzichtigheid, zoodat ik mij de woorden herinnerde, die Rabau mij toevoegde, toen hij met de meest bekende amateurs eenige jaren geleden schermde in verschillende schermzalen te Amsterdam: GijHollandsche schermers hebt zeer veel aanleg, maar gij pareert te veel met de .... voeten. Inderdaad, er werd in 't algemeen te veel geloopen, de aanval te veel ontweken, zoodat zij in de meeste ge¬
vallen te kort waren, en riposte en contre-riposte meestal hun doel misten. Er vielen hierop natuurlijk uitzonderingen te constateeren. De heeren Doorman,
Vier eerste-prijs-winnaars ;in de afdeeling „Prijswinnaars." Van links naar rechts de heeren: J. Doorman, le prijs sabel; G. A. Scheffer, le prijs dueldegen; M. J. van Löben Seis, le prijs geweer; A. E. W. de Jongh, le prijs fleuret.
Foto Teune & Rootmeijer.
F. Beets, le Luit. Instr.-Bat. Kampen 2e prijs geweer.
v. Löben-Sels zijn schermers, welke er eene uitstekende verdediging met de fleuret opnahouden, en in 't bijzonder viel zulks te constateeren bij den heer Wirix, die een uiterst fraaie manier van schermen heeft. Beschikkend over een prachtigen stand, welke niets van zijne sierlijkheid verliest in de meest snelle gevechtsgangen, welke zijn spel kenmerken, is deze schermer ontegenzeggelijk een der fraaiste schermers van ons land en doet daarin voor geen buitenlandschen schermer onder. Dat de heer Wirix den eersten prijs niet won, kan hem misschien spijten, maar wij hopen, dat hij in de erkenning van zijn meesterlijk
schermen eene
belooning zal vinden voor zijn welgeslaagdpogen, om den goedennaamder
schermkunst hoog te houden. De ruimte in dit blad laatniettoe iederen winnaar afzonderlijk te bespreken.Voor de fleuret-afdeeling volstaan wij dan ook met de vermelding, dat de heer Van Rossum, een zeer bekwame fleuretschermer, wegens ongesteldheid, welke hem dan ook noopte na den wedstrijd op fleuret van verdere deelne¬
ming af te zien,
niet kon geven, wat men van hem verwachtte. De eerste prijswinnaar De Jongh is een zeer sympathiek schermer, uitstekend in den aanval, welke hij met groote snelheid uitvoert, en met even
groote vlugheid retireert, wanneer hij zijn doel mist.
In aanmerking nemende het totale gemis aan training — want in Gorinchem zijn waarschijnlijk weinig schermzalen — moet de heer De Jongh wel uitmuntende eigenschappen bezitten, om zijn tegenstanders op 'n dergelijke wijze te kunnen slaan. Na een zeer zwaren kamp, welke tot laat in den avond duurde, gelukte het hem den heer Doorman te slaan, welke den tweeden prijs fleuret won. De heer Doorman, wereldkampioen op den sabel, bleek ook de behandeling der fleuret ten volle toevertrouwd.
Hij sloeg alle schermers in de finale, uitgezonderd den heer De Jongh, voor laatstgenoemde eene schitterende overwinning. De wedstrijd op den sabel trok nog
meer bezoekers als de match op fleuret. In eene veel te kleine ruimte, overvuld met publiek, waarorder het schoone geslacht in grooten getale was opgekomen,