KERKRECHT EN KERKBEGRIP.
baarheid des pausen. Het zoogenaamde „goddelijke'' Kerkrecht heeft het Christendom, de Ecclesia, in Katholicisme vervormd.
Tegen dat goddelijk Kerkrecht is Luther opgekomen. Toen hij den 10en Dec. 1520 voor de Elsterpoort te Wittenberg met de banbul ook het Corpus Juris Canonici in de vlammen wierp, heeft hij daarmede niet slechts aan het pauselijk recht, niet slechts aan het Katholiek goddelijk Kerkrecht, maar aan ieder kerkrecht den oorlog verklaard, omdat hij meende, dat alle geestelijk recht als zoodanig uit den booze was. Dit wordt door Sohm gestaafd met uitspraken uit Luther's geschrift aan den Christelijken Adel en uit: „Warum des Papsts und seiner Jünger Bücher verbrant sind" en eindelijk met een citaat uit zijn geschrift tegen Emser, dat aldus luidt: „Also hab ich geraten und rate noch, dass man nicht eine Reformation vorgibe, wie Emser narret, diese Menschenlehre und geistlich Recht zu bessern; denn es ist unmöglich: sondern das man es gar verbrenne, abthue, vertilge und umkehre, je weniger, so viel man kann, und wiederum treibe bloss die zwei Aemter des Buchstabens und des Geistes, welche nicht getrieben werden mogen, Menschenlehre bleibe denn dahinteu." „Und billig ist, dass Menschenlehre und geistlich Recht weichen dem Gottis Buchstaben und Geist, dieweil sie hinderlich und nachtheilig dazu sein."
Wij namen dit citaat van Luther's woorden over om te laten gevoelen, wat den grooten hervormer bezielde, toen hij zoo tegen het kerkrecht optrad en deze woorden lezende komt men wel tot de overtuiging, dat Sohm gelijk heeft, wanneer hij beweert, dat hij aan de zijde van. Luther staat, als hij de stelling verdedigt, dat de Kerk krachtens haar wezen geen Kerkrecht wil.
Wij willen echter hier ons resumé van ISohm's werk