KERKRECHT EN KERKBEGRIP.

schoppen en diakenen is later het „rechtliche" ambt geboren.

Wij gaan nu voorbij wat Sohm zegt van de diakenen, 't geen in verband staat met wat wij over de bisschoppen aanhaalden en willen alleen nog even aanstippen, wat door hem gezegd wordt over de oudsten en de beteekenis der geheele vergadering in de oorspronkelijke Ecclesia. Deze hebben macht over de bisschoppen, juist omgekeerd dan later het geval is geworden, maar die macht is geen rechtsmacht, doch bestaat alleen daarin, dat de oudsten en de vergadering der geloovigen aan den bisschop toestaan om bij de eucharistie voor te gaan. Hieruit nu heeft zich de latere organisatie ontwikkeld. Echter volgens Sohm niet in overeenstemming met het karakter der Ecclesia, maar daarmede in strijd. Hij vindt den grond van deze verandering en langzame vervorming in het aannemen van een nieuwe godsdienstige theorie, waardoor uit het opzienersambt van verschillende bisschoppen de alleenheerschappij van één bisschop is geboren. Dit heeft plaats gehad voor 't eerst in Eome in 't begin van de 2e eeuw en deze nieuwe theorie is eigenlijk geweest de invoering van het Kerkrecht, d. i. een bijzondere ordening van het ambt als van God afkomstig. Dit vindt hij duidelijk historisch bevestigd in den 1™ brief van Clemens, het schrijven van uit Rome aan de Corinthische gemeente gericht, waar de apostolische instelling van bisschoppen en diakenen wordt beschouwd als eene goddelijke instelling overeenkomende met een woord uit de profetie (Jes. 60: 17), waar dit voorzegd zou wezen. Alleen de door de apostelen volgens dit goddelijk recht aangestelde bisschop mag voorgaan bij de eucharistie. Hier in den Clemensbrief' heeft hij voor 't eerst recht daarop en is het ambt niet meer 't gevolg van het charisma, maar het heeft „rechtliche