KERKRECHT EN KERKBEGRIP.
paragraaf van zijn eerste Hoofdstuk waarin hij den „Stand der Forschung" uiteenzet. Gaarne gaven wij daarvan een overzicht, maar de ruimte laat ons dit niet toe. Wij moeten volstaan met zijne conclusie n.1. dat volgens de gewone tot nog toe algemeen aangenomen voorstelling oorspronkelijk de Christelijke „Verfassung" plaatselijk was, dat slechts de enkele gemeente (de plaatselijke Kerk) georganiseerd was, niet de geheele Kerk of Ecclesia, zooals het ook in die eerste tijden van diaspora niet anders denkbaar was. Ook het Katholieke (Monarchische) episcopaat is opgekomen als gemeentelijk ambt en eerst in 't midden der 2e eeuw is het Episcopaat tot een kerkelijk ambt vervormd, en door de theorie van de apostolische opvolging der bisschoppen is de kerkelijke organisatie ontstaan: in den strijd met het Gnosticisme werd aan den bisschop als opvolger der apostelen de apostolische leergave en de apostolische macht niet slechts voor de enkele gemeente, maar voor de gansche Kerk gegeven. Deze episcopale kerkordening is hoe langer hoe meer doorgevoerd door eene confederatie van gemeenten, totdat de bisschopssynode en eindelijk de oecumenische synode aan het hoofd der Kerk kwamen te staan. De oorsprong van dezen toestand is echter geweest een vrijwillig verdrag sluiten van de enkele plaatselijke gemeenten ; uit de „Vereinsbildung" werd de Kerk opgebouwd. Hierover is men het onder de geleerden in den laatsten tijd vrijwel eens geworden en deze opvatting kon dus door Sohm worden getoetst aan zijn betoog. Want volgens alle geleerden stond tot nog toe dit vast: dat de christelijke gemeente reeds in den loop van den apostolischen tijd aangenomen heeft: „rechtliehe Verfassungsformen" en de ontwikkeling dier vormen geeft ons eene natuurlijke ontwikkeling der gemeente te zien. Oorspronkelijk was die „Gemeindeverfassung" democratisch , maar door-