OM HET EVENWICHT IN EUROPA

krachtige pogingen heeft gedaan om tot een regeling van deze kwestie te komen. Binnenlandsche overwegingen hebben dat onmogelijk gemaakt. Reeds in 1923 had de Regeering besloten normale betrekkingen aan te knoopen en mij opgedragen dit besluit ten uitvoer te leggen. Juist toen omtrent alle details overeenstemming was bereikt, gaven redenen van binnenlandsche politiek den President van den Raad aanleiding mij te verzoeken deze voorbereidende maatregelen te staken. Sedert dien tijd is de aangelegenheid herhaaldelijk weer ter sprake gekomen en onlangs is door de regeeringsautoriteiten en de leiders van de coalitie-partijen besloten een geschikt moment aan te grijpen om haar te regelen. Maar men weet, dat de onderteekening van het verdrag, waarbij de Kleine Entente werd geconstitueerd, daarop uitliep, dat de regeling van onze betrekkingen met Sovjet-Rusland gebonden werd aan een gemeenschappelijk met den Permanenten Raad van de Kleine Entente te nemen besluit, en dat het de houding, die ieder lid van onze groep zou aannemen, voorschreef. Dit besluit betreffende de in deze aangelegenheid te volgen koers werd met algemeene stemmen te Zagreb op 22 Januari 1934 genomen en met volledige instemming van de drie ministers op 9 Juni 1934 te Genève ten uitvoer gelegd.

Het is niet noodig het belang van deze temidden van de huidige internationale omstandigheden gesloten overeenkomst in bijzonderheden aan te toonen. Een eenvoudig verslag van de historische gebeurtenissen is voldoende om te bewijzen, dat het hier niet alleen gaat om het beperkte probleem van onze wederzijdsche betrekkingen, maar ook om de Europeesche politiek in het algemeen; om een nieuwe politieke constellatie, die bezig is zich te vormen, om betrekkingen tusschen Frankrijk en Rusland, tusschen de Kleine Entente en de beide zoo juist genoemde landen; om de politiek van de Balkan-Entente, om de Kleine Entente en om haar positie in Midden en Zuid-Oost Europa, zoowel als om de politiek, die Sovjet-Rusland in de toekomst zal volgen ten aanzien van alle problemen betreffende Midden-Europa, de Balkanlanden en den Volkenbond. Het zou een onvergeeflijke fout zijn geweest, door te verzuimen de betrekkingen van ons land met Sovjet-Rusland te regelen, dat land gevaar te laten loopen uitgesloten te blijven van deze besprekingen of zijn