EEN NIEUW STADIUM IN DEN STRIJD
beeld, dat de Ontwapenings-conferentie stellig zal mislukken en dat een rechtstreeksche overeenkomst tusschen de vier Groote Mogendheden het beste zou zijn, een overeenkomst, waarbij Duitschland ongeveer zou worden toegestaan wat het verlangt en een algemeene controle op de bewapeningen zou worden aanvaard, waartegenover de andere staten geen enkel onderdeel van hun tegenwoordige bewapeningen zouden behoeven op te geven.
Al deze memoranda houden een bepaling in, dat een op deze grondslagen gesloten overeenkomst bindend zou zijn voor een beperkten tijd, varieerende van vijf tot tien jaar.
De Fransche Regeering handhaafde in haar antwoord op deze memoranda haar oorspronkelijk standpunt. De Britsche Regeering knoopte, teneinde tot eiken prijs een bewapeningswedloop te vermijden en Frankrijk voor haar politiek van compromissen te winnen, afzonderlijke onderhandelingen met Frankrijk aan, in de hoop te weten te komen, welke aanvullende veiligheidswaarborgen Frankrijk zou verlangen om in staat te zijn de Britsche compromis-voorstellen te aanvaarden. Maar terwijl deze onderhandelingen werden gevoerd, werden de nieuwe cijfers van Duitschland's militaire begrooting voor 1935 gepubliceerd en deze wezen een accres aan ten opzichte van de vorige begrooting met 352 millioen Mark of ongeveer 3.350 millioen Tsjechische kronen. Na een door de Britsche Regeering ingesteld onderzoek en bevestiging van de waarheid van dit feit, waartegen Frankrijk heftig protesteerde als zijnde een onmiskenbare en erkende schending van Duitschland's militaire verplichtingen en een bewijs daarvoor, dat het Rijk eigenmachtig zijn bewapening opvoert tot de in zijn memorandum verlangde grenzen, brak de Fransche Regeering, met een beroep op den ernst van dit nieuwe feit, de onderhandelingen met de Britsche Regeering over het veiligheidsprobleem af en verlangde, dat een vergadering van de Algemeene Commissie van de Ontwapenings-conferentie zou worden bijeengeroepen, opdat zij haar standpunt uitvoerig zou kunnen uiteenzetten en haar politiek ten overstaan van de publieke opinie van de heele wereld zou kunnen verdedigen.
De Algemeene Commissie kwam den 29en Mei bijeen. Minister Barthou zette daar Frankrijk's positief standpunt