OM HET EVENWICHT IN EUROPA
II. DE POGINGEN TOT REDDING VAN DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE.
Deze zoo ernstige en verontrustende toestand, die enkelen beroemden schrijvers stof verschafte voor sensationeele boeken over al of niet dreigend oorlogsgevaar in Europa, riep weldra een krachtige reactie in het leven.
Eerst werden, bij een resolutie van de Algemeene Commissie van de Ontwapenings-conferentie, Frankrijk, Engeland, Duitschland en Italië uitgenoodigd, toch nog te trachten langs diplomatieken weg tot overeenstemming te komen omtrent ontwapening. Vier memoranda waren het resultaat van deze uitnoodiging:
1. Het Fransche memorandum verklaart, dat de Regeering te Parijs volhardt bij haar weigering, een herbewapening van Duitschland toe te laten, dat zij bereid is over te gaan tot een progressieve geleidelijke vermindering en dat zij — met het oog op het dreigende karakter, dat de internationale toestand heeft aangenomen — eischt, dat nieuwe waarborgen voor de veiligheid worden geschapen.
2. Het Duitsche memorandum formuleert voor de eerste maal volmaakt duidelijk de eischen van het tegenwoordige régime: het verlangt een zekere mate van herbewapening voor Duitschland als een begin, hetwelk een toestemming zou inhouden tot het voornemen om het tegenwoordige Duitsche legerstelsel te hervormen, maar eischt een actief leger van 300.000 man met dienovereenkomstige artillerie en tanks, bepaalde afmetingen niet te boven gaande, en ten slotte een militair vliegcorps.
3. Het Engelsche memorandum doet het Duitsche enkele concessies: het gaat ongetwijfeld niet accoord met al wat Duitschland verlangt, maar wil de mogelijkheid van compromissen op de voornaamste punten openlaten, daar het liever een onvolmaakte ontwapenings-overeenkomst zou hebben dan niets, en het geeft te kennen, dat Engeland wel bereid zou zijn nieuwe veiligheids-garanties voor Frankrijk te overwegen. Later gaf Duitschland te kennen, dat het met het Britsche standpunt accoord kon gaan.
4. Het Italiaansche memorandum begint met het denk-