EEN NIEUW STADIUM IN DEN STRIJD
afnemen. Tegelijkertijd trad de kwestie van het Saargebied weer op den voorgrond, waar aan den eenen kant het Nationaal-Socialisme heftiger dan ooit ageerde, terwijl aan den anderen kant de Fransch-Duitsche strijd over de voorwaarden van het plebisciet een heftige botsing dreigde te veroorzaken op een van de teerste punten van Europa. Hierbij kwamen nog de dagelij ksche rapporten uit het Verre Oosten omtrent de verergering van de oneenigheid tusschen Sovjet-Rusland en Japan, omtrent een onvermijdelijken oorlog in dat deel van de wereld en omtrent de intensieve toerustingen van beide partijen met het oog op dien oorlog.
Zoo ontmoedigend liet de toestand zich aanzien bij het begin van het jaar 1934. Bij dit alles kwam op het eind van Januari het Duitsch-Poolsche verdrag in den vorm van een wederzijdsche verbintenis om gedurende tien jaar den vrede te bewaren, gepaard met een nauwer aanhalen van den politieken band tusschen de beide landen. Onder andere omstandigheden zou deze overeenkomst in Europa een gevoel van groote opluchting hebben gewekt, want het valt niet te loochenen, dat zij een belangrijke winstfactor is voor den vrede tusschen de beide landen en tegelijkertijd voor de andere betrokken staten, waartoe ook de onze behoort. Maar een aantal op politieke posten geplaatste Europeanen achtte dit optreden eveneens een aanwijzing, dat Polen's buitenlandsche politiek zich, vergeleken bij vroeger, een zekere vrijheid van beweging veroorloofde en daardoor een nieuw en onbekend element bracht in de houding en de tactiek van die Regeering op een oogenblik, dat de toestand in Europa toch al zoo moeilijk was: en dit wijzigde het gevoel van verlichting, dat men had mogen verwachten, dermate, dat meer dan één poging werd gedaan om achter die overeenkomst dingen te ontdekken, die er niet waren; in ieder geval geloofde men, dat deze nieuwe onafhankelijkheid van Polen's politiek enkele maanden of jaren later onder onvoorziene omstandigheden wegen zou kunnen inslaan, waarvan tot dusverre niemand had gedroomd.
Aldus kan de onzekerheid in Europa na Duitschland's vertrek uit Genève worden gekarakteriseerd — een onzekerheid, die heeft voortgeduurd tot de lente van 1934.