OM HET EVENWICHT IN EUROPA
onzekerheid. De ontwikkeling van de politiek der Regeering te Berlijn, nadat zij zich uit Genève had teruggetrokken, versterkte deze onzekerheid slechts. Het was iedereen duidelijk, dat de Rijksregeering niet af zou laten van haar politiek en haar voorbereidingen tot bewapening en dat diensvolgens de oneenigheid over die kwestie zou blijven bestaan en steeds ernstiger zou worden. Verder werd het brandende vraagstuk van Oostenrijk en de Nationaal-Socialistische actie tot omverwerping van het bewind in dat land zoo acuut, dat de zege van het Nationaal-Socialisme te Weenen den politieken kringen van een aantal Europeesche staten slechts een kwestie van een paar weken leek en het probleem van den „Anschluss" h.i. op het punt stond overeenkomstig den wensch van Duitschland te worden geregeld. Het sluiten van een overeenkomst tusschen Duitschland en Polen leek velen in de politiek ingewijden een redmiddel voor het oogenblik of een tactische manoeuvre, juist uitgedacht om Duitschland vrijheid van handelen in zuidoostelijke richting te verschaffen.
De Engelsche Regeering, die vreesde, dat het niet bij deze moeilijkheden zou blijven, maar dat Duitschland de wereld voor nieuwe faüs accomplis inzake bewapening zou plaatsen, terwijl zij tegelijkertijd de mogelijkheid duchtte, dat een nieuwe bewapeningswedloop zou leiden tot een gewapend conflict, liet het programma van 14 October 1933, dat de oorzaak was geweest van Duitschland's vertrek uit Genève, varen en zocht naar een nieuw en voor het Rijk aanvaardbaarder compromis. De Italiaansche Regeering van haar kant bereidde een nieuw plan voor tot regeling der bewapeningen, daar zij geloofde, dat Duitschland door heen te gaan de doodsklok van de Ontwapenings-conferentie had geluid. In velerlei kringen was de indruk, zoo niet de overtuiging gevestigd, dat het optreden van Duitschland ook den Volkenbond een ernstigen slag had toegebracht, en dat deze laatste nimmer zijn vroegeren invloed zou herwinnen. Ten slotte werden in sommige Europeesche landen pessimistische geruchten verspreid omtrent den binnenlandschen toestand in Frankrijk, volgens welke dat land een tijdperk van binnenlandsche moeilijkheden inging, dat het van internationaal standpunt bezien zou verzwakken en zijn invloed zou doen
W. B. IV. 1935. IO