boven in plak je een ster. Boven de kerstboomen en het kerstmannetje komt de nachtelijke hemel. Dat is een baan donker paars crêpe papier met een gouden maan en gouden sterren. Je knipt de sterren bij eenige tegelijk door het goudpapier drie of vier dubbel te nemen. Nu versier je de rest van de kamer met randen crêpe papier, die ook alle beplakt zijn. © We zullen nu beginnen met de eenvoudigste figuren op te geven. Heel eenvoudig zijn de sneeuwmannen. Je teekent die aan de achterkant van een stuk wit sitspapier en knipt er twee tegelijk uit. Die zijn, als je de vellen met de gladde kanten op elkaar legt, symetrisch. Verder knip je de hoeden uit zwart papier en ook de knoopen van de jas en de oogen en monden en de bezems die ze in hun hand hebben. De beste ondergrond voor deze sneeuwmannen is donker blauw. Tusschen elke twee sneeuwmannen plak je als vulsel een sneeuwbal. © Heel eenvoudig is verder het gestyleerde oranje-boompje. Dat is van groen papier. Je neemt een flink theeschoteltje waar je den omtrek mee teekent. De pot is zwart en met een enkel gekleurd reepje. Op dit boompje plak je nu roode vruchtjes, die zoo groot ongeveer zijn als een cent.

Op een roode ondergrond doen deze figuurtjes het heel aardig en zelfs de onhandigste uit het gezelschap kan zulk een rand maken. Zeer eenvoudig en sterk decoratief zijn dan verder de paddestoelen. De steel is wit, de hoed is rood met kleine snippers wit beplakt. Verder geef ik nog als voorbeeld een (aan het slot afgebeelde) kerstklok, die rood moet worden met gouden randj es er over en een gouden klepel. Alles wat je op deze wijze kunt maken valt hier

niet op te geven. Het eenvoudigste waar je al een bijzonder aardig effect mee verkrijgen kunt, hebik hier nu vermeld. Op de groote teekening zie je verder een paar huisjes met een besneeuwd dak en besneeuwden grond en tusschen elke twee huisjes een den. Die behoeven zeker nu geen verdere aanduiding meer, en zeker ook niet de molentjes en de boompjes rechts van den schoorsteen. Ook de kerstlantaarn die op een der plaatjes voorkomt spreekt genoeg voor zich zelf. Van de kunstvaardigheid van het gezin hangt het verder af om 't mooier en ingewikkelder figuren te maken. Wie zich echter niet sterk voelt, kan zich aan de eenvoudigste figuren, denneboompjes, oranjeboompjes, paddenstoelen, sneeuwmannen, en kerstklokken houden en daar al heel wat mee bereiken. Deze reepen nu moeten opgehangen worden ter hoogte van de deur, of een ietsje hooger zoodat de rand een decimeter boven de deur uitsteekt. De beste bevestiging is met punaises. © De schoorsteen moet je ontruimen en met papieren watten beleggen en daar een paar vaasjes met hulst en een paar kandelabers met kaarsen op zetten of andere aanwezige kerstattributen. ©

Deze versiering is uiterst dankbaar en gezellig, zoo gezellig dat we het in eens saai en kaal in de kamer vonden, toen het tijd was dat hij moest verdwijnen. Denk vooral niet dat het te moeilijk is of te veel tijd kost, want het valt werkelijk erg mee, en met eendrachtige samenwerking is de kamer in een avond versierd. ©

Kerstfeest thuis.

Voor Leen, Adriaan en Marietje. I

't Is Kerstweek en de broertjes zijn weer thuis, klein zusje is blij — 't was ook zoo lang geleden sinds zij ze zag — en boven tot beneden heerscht vroolijkheid in 't groote stille huis.

In alle kamers maken ze gedruisch

en hollen daavrend langs de trappetreden,

lag er maar sneeuw, dan konden ze gaan sleden,

denkt Moeder, doch ze glimlacht bij 't fornuis.

Dan spelen ze op den hoogen havendijk

en in 't oud fort en zien de schepen drijven —

en 't meisje zegt: maar jullie moeten blijven!

's Avonds bij 't orgel wordt er fijn gezongen aan eiken kant naast Zus een sterken jongen, Vader en Moeder zijn weer 't drietal rijk!

II

En dan daarbij: komt Tante nog logeeren! De jongens zijn er opgewonden van want Tante zorgt voor hen zoo goed ze kan, daar in de stad, waar ze hun lessen leeren.

Nu zullen zij zich toch eens kranig weren Ze maken stilletjes een prachtig plan en ongemerkt ontsnapt het wilde span om Tante nu eens lekker te tracteeren.

Gauw vliegen ze naar 't dorp, en Zus holt mee en hoort 't geheim: van tante te verrassen! En als ze teruggaan lachen ze tevrêe.

Dan, als de lichtjes in den kerstboom staan beloven ze: goed op te zullen passen — en bieden Tante hun cadeautjes aan.

A. J. D. van Oosten.

63