Een aardige kerstversiering

DOOR H. L. DE HOOG. £3 0 0

apTTC^E KERSTVERSIERING, DIE IK HIER r^K beschrijf, hebben we een paar jaar geleden r^Pw^l eens S611133^ en verscheidene menschen, ql/ï-DiyR die hem zagen hebben me toen geraden eens ■m *i ë^a in Ons Eigen Tijdschrift op te geven, hoe

we dat gedaan hebben, opdat anderen er ook plezier van zouden kunnen beleven. Het lijkt een heel werk, maar als je met elkaar er aan werkt, het werk goed verdeelt al naar de kundigheden der verschillende familieleden en alles een beetje practisch inpikt ben je er toch in één avond mee klaar, al zal het dien avond misschien wel een beetje laat worden. 0

Je hebt er voor noodig eenige rollen crêpe papier en eenige vellen sitspapier (dat glimmend gekleurde papier met witte achterkant, dat ook voor allerlei fröbelwerk wordt gebruikt) een paar velletjes goud- en zilverpapier en een pak koudwaterplaksel, dat je bij den behanger kunt krijgen. We zullen maar met het moeilijkste beginnen. Dat is de schoorsteenmantel. Die ondergaat een algeheele verandering en wordt onkenbaar gemaakt. Je behangt

hem eerst met drie reepen wit crêpe papier dat je er opsteekt met punaises. Daarna maak je de Kerstman. De Kerstman is het moeilijkste van het geheele werk. Hoe hij er uit ziet zie je hier nog eens op een apart plaatje. Het beste is om dit werkje toe te vertrouwen aan degene in de familie die het knapst is in teekenen. Die teekent hem op een stuk wit papier na. Hij moet zoowat een halve meter hoog worden. Dan knip je hem uit elkaar, in de verschillende

deelen, waaruit hij is saamgesteld en elk dezer onderdeelen knip je nu na in sitspapier, zijn gezicht en handen uit rose sitspapier, zijn oog uit blauw, de pij en muts worden vuurrood, de bontranden en de baard wit, de laarzen zwart, het boompje groen. 0 Nu plak je hem op de schoorsteen in het midden als een legkaart die in elkaar gelegd wordt van de verschillende stukken sitspapier. 0 De rest van het werk is veel makkelijker. Je begint nu aan de kerstboomen. Elke kerstboom kan geknipt worden uit een heel vel groen sitspapier, dat je dubbelvouwt. Aan de achterkant teeken je de helft van den boom. Je knipt dan door twee blaadjes op elkaar te leggen twee boomen tegelijk, die daardoor ook precies gelijk uitvallen. De stam van de kerstboom is van zwart sitspapier, verder versier je den boom met kaarsjes van diverse kleur en op elk kaarsje plak je een klein stukje goudpapier in ruitvorm; dat is het brandende vlammetje. Verder plak je er van goud en zilverpapier kerstversierselen in, en

62