Besneeuwd boschhoekje. (Volenbeek bij Putten.) Naar een fotografie van H. W. de Tone.

Naar een fotografie van H. W. de Jong.

Op dat moment werd Fritsje opgepakt en tot zijn groote schrik zag hij, dat tante was binnengekomen. Hij ontstelde hevig, want nu had ze natuurlijk gehoord, wat hij aan de Kaboutertjes verteld had. Angstig wilde hij zich losmaken, maar tante hield hem stevig vast. En tot zijn groote verwondering scheen ze heelemaal niet boos te zijn. Haar stem was zoo zonderling week, toen ze sprak, en ze drukte zelfs haar gezicht tegen het zijne. © „Foei, stoute jongen, om midden in den nacht op te staan", zei ze, en toch was er geen verwijt in haar stem, „je moet vlug weer in je bedje. En.... en.... ga nu maar vlug weer slapen, en wees maar niet meer verdrietig, Fritsje. Tante.... zal óók aan de Kaboutertjes vragen om moesje weer beter te maken, en dan zullen ze het vast wel doen. En misschien.... misschien zullen ze ook wel wat voor je teekenen." Q Toen had ze Fritsje in zijn bedje gelegd en hem heerlijk warm toegestopt. En ze had zoo vriendelijk naar hem gelachen, en Fritsje had zelfs een traan in haar oog gezien.... Fritsje had altijd gedacht, dat tante wel nóóit zou schreien.... Q

Midden in den nacht had tante in de voorkamer aan

56

tafel gezeten, en ze was ingespannen met iets bezig geweest. Toen ze eindelijk opstond, keek ze rood en een tikje verlegen naar Fritsje's schrift, waar de Kabouterteekeningen instonden.... Q Toen Fritsje den volgenden morgen opstond, was het eerste, wat tante hem vertellen kon, dat moesje heel wat beter was, en dat ze wel gauw weer zou mogen opstaan. En met een geheimzinnig lachje zei ze verder, dat Fritsje maar eens naar de kamer moest gaan, want dat de Kaboutertjes daar een verrassing voor hem hadden neergelegd! Q Met een vreugdekreet had Fritsje de teekeningen bekeken. Ze waren anders, dat zag Fritsje wel, maar tante vertelde hem, dat met de oude Kaboutertjes ook nieuwe uit hun verre landje waren meegekomen, en dat die natuurlijk anders teekenden. Q Twee dagen later mocht moesje opstaan. Toen was er vreugde in huis. En Fritsje stemde er van harte mee in, toen moesje voorstelde, om een driewerf hoera uit te brengen op den „nieuwen Kabouter", die zoo aardig teekende. 0 Alleen begreep hij niet, waarom moes en tante elkaar toen zoo hartelijk de hand drukten.... 0