Daarmee begon het, en van insluimeren was geen sprake meer Het Talent was ontwaakt, was blijkbaar geheel uitgerust opgestaan, had zich gewasschen en. geschoren, en als de Golem in de kabbalistische legende doorschreed hij het huis van Frans' geest, een gebiedend en geducht Meester. . , «.~,ct<»l

Rinkelde de telefoon? Daar was Frans, die het toestel

moest bedienen:

— Hallo! hallo!

Wie belt daar zoo! Hier wissels buitenland, Wat is er aan de hand?

- Dat is de tweede maal, jochie, dat * jouopdie fratsen betrap! had de norsche Procuratiehouder afdeelingschef zijn douche klaar. Pas op voor de derde,

- als ik je een raad mag geven! .

- Ik hoop dat u het niet zal beleven fluist«deF^* binnensmonds, eerst daarna beseffend dat de. derde maa^ eigenlijk al gepasseerd was, nog wel in dubbelzinnigheid, waaruit kwade wil een hartelooze verwensching zou hebben gedistilleerd.

Hij paste op. Hij nam den raad ter harte Hi, deed bovenmenschehjke pogingen om ^/^J^J zijn slaapkamer te krijgen en te doen indut en H I dronk zelfs geen koffie van Goudhaar meer. A\f telefoon schelde, prevelde hij, erheen loopend al bi, voorbaat Hallo-Handelsbank! Hallo-Handelsbank! - alsof het een recept van Coué was ter genezing van zijn dicht ziekte. . @

Eenmaal rolde hij er nog door. ,4,Wtpuren

- Hoe heet je ook weer? vroeg hem een der directeuren, die de afdeeling liep te inspecteeren. .... ant.

- Frans Wevers, meneer, luidde het onschuldige^ant woord. Maar zelf door de ongelukkige k ^-en^maat overeenkomst getroffen, stamelde hi, er halfluid achter.

- Dat is de derde keer! eronder

- Zei je wat? vroeg de patroon over zijn schouder heen, en liep alweer door.

Maar geen week daarna was het ^^^^^ En geschreven, onuitwischbaar. In de boeken. In het Copieerboek. Het authentieke, officieele, Boek.

„Gecopieerd:

Den derden Meert." Het was niet weg te krijgen! En het was zoog™*™ Hij had geen datum behoeven te schrijven! Bovendien was het Maart, en geen Meert!

Het Talent was wakker geworden zonder dat F«£*et gemerkt had, was op zijn teenen achter hem geslopen, had hem dit dwaze, noodelooze rijm in het oor geflu sterd, misschien wel zijn hand bestuurd, en jé mrt ontzien zelfs de geijkte spelling van deri Ka ender e bespotten. Als dat niet de brutaalste dichterlijke vrijheid

D?ze'vrijheid knapte wederom Frans* carrière af. En toen besloot hij zelf zijn lot in handen te nemen.

* *

get Sm wast, het bleef er en schuilvinkje spelen hielp niet. Alle methodes hadden gefaald. Hijzelf had vroeger geprobeerd den Knaap dood te zwijgen - het had niet geholpen. Henks systeem had eveneens gefaald door zijn halfslachtigheid: overdag het Talent laten slapen, met verlof om 's avonds wakker te worden -

onzin. Zelfs op die prozaïsche Bank had het nog zijn terrein gevonden. . , , ®

Welnu, dan restte nog maar één uitweg: het z n gang te laten gaan! Wat er van kwam, kwam ervan. Hoogstens wéér een mislukking; maar dat zou het op de oude manier immers ook worden. 0 En daar zag op een goeden dag de hoofdredacteur van het „Nieuwsblad" een jongeling bij zich binnen stappen die hem, als loste hij a bout portant een schot, onvervaard toesprak:

— Meneer, Ik solliciteer!

— Wat? verbaasde zich de hoofdredacteur. Hoe kom je hier binnen? Wie ben je? Wat wil je?

— Ik vertel het u snel:

Ik kom nergens te land, en wou nu aan de krant.

— Wie ben je eigenlijk? stamelde de Nieuwsblad-leider.

— Frans Wevers is mijn naam, waarvoor ik mij niet schaam;

al ben ik dan van school gejaagd, door mijn talent er weggeplaagd. En om dezelfde reden, nu van de Handelsbank gescheden...

— Gewat? informeerde de hoofdredacteur, verbluft door al dien klinkklank, waarvan hij maar één indruk behield: het is onzin, en het rijmt; allemaal onzin en allemaal rijm!

— Gescheiden moet het zijn. 't Talent vergiste zich, afijn. Maar om nu kort te gaan....

Pats. De vuist op tafel.

— Hou op! brulde de hoofdredacteur. Heb je 't heele rijmwoordenboek van buiten geleerd en kom je mij daarmee vervelen? Maak dat je.... 0

— Ik heb niets van buiten geleerd! verzekerde Frans in ongehuichelde verontwaardiging over de miskenning van zijn talent. 23

— Geen woord heb ik geleerd! 't Is alles geïmproviseerd.

Maar u begrijpt de zaak verkeerd: ik wil dat uw krant van mijn gave profiteert!

Oef Frans ging zitten. Het talent ging met hem

zitten, en zweeg. 0 De hoofdredacteur zweeg ook. Eerst bevreesd, dat één woord een nieuwen stroom van rijm over hem zou uitstorten. Toen nadenkend over de idéé fixe van dien mallen jongen. Hij stond op. Liep de kamer door. Kwam op Frans toe. Bleef een oogenblik voor hem staan, nam hem op, als een keurmeester een veulen. Liep naar 't raam, en keek een

poos naar buiten. Toen draaide hij zich om, en met een handgebaar een mogelijke nieuwe uitbarsting afwerend, begon hij vlug: — Jongeman, ik zal je eens wat zeggen, maar val me niet in de rede. Ik zal eens over je denken. Ga naar huis. Wacht bericht van mij, je

53