DE VERGIFTIGDE BRONNEN VAN WERELDNIEUWS
„Times" betreft, aanhalen wat Robert Benchley (Guy Fawkes in „The New-Yorker") zegt:
„Welke buitenlandsche correspondenten ook uit Duitschland en Italië zijn gezet voor het verspreiden van berichten „strijdig met de belangen van den staat", de Times kan er van verzekerd blijven, dat zijn correspondent te Rome, Arnaldo Cartesi, zich nooit het ongenoegen van den Duce op den hals zal halen. Zijn berichten zouden het heil van den staat niet in hoogere mate kunnen bevorderen, wanneer Mussolini ze zelf geschreven had. In het bericht over Balbo deed Cartesi ontzaglijk zijn best om aan te toonen, dat de bedoeling had voorgezeten „om elke daad te vermijden, welke den indruk zou kunnen wekken, dat hij (Balbo) in eenig opzicht in ongenade was gevallen".... Het was alleen maar jammer, dat de Times zoo nonchalant (of misschien sarcastisch) was om aan het slot van Cartesi's officieel stuk een bericht van de Associated Press af te drukken, vermeldende, dat Balbo „zeer onder den indruk van zijn overplaatsing was". Blijkbaar had hij niet genoeg met Cartesi gesproken om de dingen uit den juisten hoek te bekijken.
De courantenlezer, die de draden wil nagaan van den moord op Matteotti, de aanslagen op Nitti en Salvemini, het vermoorden van Amendola, den stand van de Italiaansche begrooting, de drie malen gerapporteerde „finale opruiming van de Maffia", de steeds precies op tijd rijdende treinen, en de duizend andere nieuwsberichten, die het Amerikaansche oordeel over het Fascisme hebben gevormd, zal gelijksoortige parallellen vinden, die het gezegde van Benchley rechtvaardigen, dat de correspondentie van Cartesi in de Times niet bevorderlij ker voor het Fascisme kon zijn, wanneer Mussolini haar eigenhandig geschreven had. Dit geeft nauwkeurig het oordeel van het meerendeel der Amerikaansche persvertegenwoordigers te Rome weer, zooals dit in brieven aan schrijver dezes werd vermeld.
De Amerikaansche buitenlandsche nieuws-bureaus bedienen zich van drie soorten van menschen: de weinigen,— doch niettemin enorm invloedrijke — die de vreemde natie ter wille zijn tot zelfs het welgemoed, en gewoonlijk zonder vleierij of meer tastbare belooning, kleuren van het nieuws