HET GROOTSTE GOUDMIJNENGEBIED OP AARDE

voerd worden. De Duitsche farmers, die in de provincie Natal in de buurt van Hermannsburg groote bosschen van de Australische looizuur-acacia hebben aangelegd, vertoonen met trots hun bosschen en de schilinstallaties; de schil wordt als ruwe looistof naar Durban gezonden, de van hun bast ontdane boomen daarentegen worden als mijnhout gebruikt. Geheel aangewezen op de mijnen aan den Witwatersrand zijn de Duitsche farmers, die in het noordoosten van Transvaal eucalyptusbosschen hebben aangelegd en meestal gunstige leveringscontracten met de mijnen bij Johannesburg hebben afgesloten. Nog dichter bij het mijngebied treft men streken aan met landbouw en veeteelt, groenten- en bloementeelt enz., die geheel en al op den verkoop in het groote, dicht bevolkte industriecentrum bij Johannesburg zijn aangewezen.

Indien men van Durban over Pietermaritzburg—Ladysmith—Newcastle naar de Great Escarpment, de steile helling tusschen de kuststreek en het hoogland in het binnenland, doordringt en vervolgens naar het Hooge Veld van Transvaal opklimt bereikt men in de eerste plaats het eentonige plateau van Standerton-Ermelo-Bethal (ongeveer 1700 m boven zeeniveau) Deze hoogvlakte is uit bijna horizontaal gelegen leemlei- en zandsteenlagen van de Jong-Palaeozoïsche Ecca«erie (Karroo-stelsel) opgebouwd en vertoont afwisselend maïsakkers en weilanden (runderen, schapen). Verder naar het oosten toe duiken uit de Ecca-deklaag de tot het JongAlgonkin behoorende lagen van het Transvaal- en Ventersdorp-stelsel op. Petrografisch bestaan zij uit verschillende gesteenten (kwartssiet, lei, dolomiet, diabaas, melafier enz.), waarvan de oorspronkelijke ligging door plooiing en verschuivingen aanmerkelijk gewijzigd is. Door verschil m weerstand hebben verweering en erosie er zacht hellende terrassen vlakke kommen en zwak glooiende ruggen gevormd; evenwel is het reliëf ook hier nog steeds zóó gering, dat het karakter van schiervlakte bewaard is gebleven. Nog altijd bevindt men zich te midden van een overwegend landbouwgebied Plotseling echter verandert het landschap te eenenmale. Wel blijft het aan de oppervlakte in hoofdzaak onveranderd, de eentonige hoogvlakte zet zich verder voort en niets verraadt dat hier het liggende van de Ventersdorpdeklaag, de steil