DUITSCHLANDS MOEILIJKHEDEN

begrootingen van komende jaren. Bovendien kregen de landbouw en industrieele ondernemingen aanzienlijke subsidies. Op die manier is de schatkist geruïneerd en het door de Reichsbank bewaarde goud bijna opgebruikt. Het gevolg is een stijging van de vlottende schuld tot bijna 8 milliard Mark en een vermindering van de goud-reserve tot 75 millioen Mark. De levensomstandigheden van de arbeiders zijn over het geheel niet beter, maar slechter geworden. Een klein percentage krijgt hooger loon, maar het totaal aan uitgaven voor loon is verminderd, zelfs waar meer arbeiders zijn te werk gesteld, terwijl de prijzen van de noodzakelijkste levensmiddelen voortdurend omhoog gaan. Evenmin wordt de werkloosheid uit de wereld geholpen als honderdduizenden op commando naar werkkampen gezonden worden, die in hoofdzaak militaire oefening beoogen.

De verminderde uitvoer, die met deze verschijnselen gepaard gaat, zou misschien kunnen worden toegeschreven aan oorzaken, die niet alleen door Duitschlands politiek worden bepaald. De wereldcrisis, de neiging die alle Staten vertoonen om hun grenzen te sluiten en de devaluatie van het pond en den dollar hebben de buitenlandsche markten voor Duitsche goederen beperkt. Maar men moet niet vergeten, dat Duitschland zelf veel tot zijn blokkade heeft bijgedragen. Autarkie was een van de fundamenteele leuzen van Hitler's politieke campagne. De barbaarsche methoden van de Regeering en de vervolgingen en verbeurdverklaringen waaraan de Joden blootstonden, hebben geleid tot een openlijke of heimelijke boycot van Duitsche producten. Onophoudelijke vijandige uitlatingen tegen het Bolsjewisme hebben Rusland er toe gebracht orders in andere landen en niet in Duitschland te plaatsen. Belastingen op landbouwproducten en onder dwang gevormde kartels hebben de productiekosten in de Duitsche industrie verhoogd, zoodat niemand in oprechtheid kan beweren, dat het passief op de handelsbalans, dat in de eerste zeven maanden van 1934 258 millioen beliep, terwijl de Duitsche handel met het buitenland in de overeenkomstige periode in 1933 nog een batig saldo van 316 millioen kon aanwijzen, in hoofdzaak kan worden toegeschreven aan kwaadwilligheid van de rest van de wereld.