DUITSCHLANDS MOEILIJKHEDEN

in het Westen dreigen, uitsluitend gericht worden tot de Westersche mogendheden.

Om dezen kring van wantrouwen te breken zou Hitier aan de Duitsche buitenlandsche politiek een heel nieuwe richting moeten geven. Hij zou zijn land weer moeten brengen tot vriendschappelijken omgang met andere landen, elke verdenking van agressieve uitbreidingspolitiek onmogelijk moeten maken, waarborgen moeten geven dat Duitschland zich niet zal mengen in Oostenrijksche aangelegenheden, en er vóór alles van moeten afzien den omvang van zijn bewapening naar eigen willekeur vast te stellen. De groote vraag is niet alleen, of hij wil, maar ook, met het oog op zijn Nazikameraden en de Reichswehr, of hij kan? Hij zou gedwongen zijn vele door hemzelf geschapen begrippen te vernietigen en in zijn boek Mein Kampf neergelegde beginselen af te zweren. Dat zal niet gemakkelijk zijn, want zelfs een absoluut Dictator is een gevangene van zijn eigen propaganda en van diegenen, met wier hulp hij heeft gezegevierd. Men vergist zich, als men denkt, dat het in een despotisch geregeerden staat gemakkelijker is den politieken koers te wijzigen dan in een democratischen staat. Een dictatuur is meer dan eenige andere regeeringsvorm gedoemd tot vasthoudendheid. Niettemin is het niet ondenkbaar, dat een handige opvoeding een ommekeer in den koers van zijn buitenlandsche politiek voor het groote publiek aannemelijk zou kunnen maken. Want velen stellen vertrouwen in den Führer overeenkomstig Dr. Goebbels' vermaningen, zelfs al begrijpen zij hem niet, of omdat zij hem niet begrijpen, en omdat, ondanks alle militair vertoon, het verlangen naar militaire avonturen gering is, in ieder geval onder de oudere generatie. Maar er is één terrein, waar alle propagandakunsten ten slotte moeten falen, namelijk het terrein van het economische leven, waar de realiteit spreekt en zelfs door de indrukwekkendste propaganda-campagne niet kan worden overschreeuwd.

Het is wel opmerkelijk, dat Hitier, voor zoover het om economische aangelegenheden gaat, zijn dictatoriale bevoegdheden eerst aan Schmidt en, nu deze volgens de berichten ziek is geworden, aan Dr. Schacht heeft overgedragen. Is het erkenning van eigen onwetendheid, is het gebrek aan belang-