HET INTERNATIONALE TOEZICHT

28l

codeïne en andere preparaten, die tot nu toe niet tot de „gevaarlijke drogerijen" gerekend worden.

In 1931 kwam een nieuwe Conferentie te Genève bijeen met de bedoeling om de Opiumconventie van 1925 te verbeteren of te versterken en zekerheid te verschaffen voor de beperking van den aanmaak van de gevaarlijke alkaloïden, die voor zuiver medische doeleinden getrokken worden uit papaver en coca-bladeren, wat het eigenlijke doel was van artikel 9 van de Haagsche Conventie van 1912, die voor het eerst een regeling van het onderwerp inhield. De Conferentie eindigde met een nieuwe Conventie voor de beperking van den aanmaak van de bewuste narcotische middelen, niet, zooals oorspronkelijk werd voorgesteld, door middel van nationale quota, maar in overeenstemming met schattingen, die te voren door elk der onderteekenende landen gemaakt waren. De Conventie stelde ook een nieuw toezichthoudend lichaam in, de Permanente Centrale OpiumCommissie, om te zorgen, dat de verstrekte ramingen niet overschreden zouden worden en toezicht uit te oefenen op de internationale in- en uitvoer. De rapporten, door de nieuwe Commissie uitgebracht, schijnen aan te toonen, dat de door de verschillende landen verstrekte statistieken nopens den wettigen aanmaak van morphine, heroïne en cocaïne de ramingen nabij komen van de wereldbehoefte aan deze middelen, zooals de Volkenbond die onder cijfers had gebracht. Jammer genoeg maken eenige produceerende landen geen deel uit van de verschillende conventies, en zijn andere, hoewel zij de conventies onderteekend hebben, in gebreke gebleven de vereischte statistieken in te leveren, terwijl er overvloedige bewijzen bestaan van niet-aangegeven of onwettige productie van verdoovende middelen boven de hoeveelheid wettige aanmaak in verscheiden landen.

Groot-Britannië heeft door uitvaardiging van de Dangerous Drugs Acts van 1920-1932 trouw in zijn wetgeving en administratie de verbintenissen overgenomen, die besloten zijn in de Opiumconventie van 1912 en de daarop gevolgde verdragen. Indien alle andere Mogendheden, die deze verplichtingen op zich genomen hebben, even krachtig opgetreden waren, zou het gevaar van den handel m verdoo-