EN DE MOGELIJKHEID VAN ORGANISCH LEVEN DAAROP
het zijn in de eerste plaats de lichtere gassen, die het eerst trachten weg te vlieden.
Zoo is het dan niet te verwonderen, dat Mercurius, die een massa heeft, die slechts één twintigste van die van de aarde bedraagt, geen atmosfeer bezit en dat daarentegen Venus, die een massa heeft, welke vier vijfde van die der aarde groot is, een uitgebreide atmosfeer heeft. De maan met een massa van één achttiende van de massa der aarde heeft geen atmosfeer en Mars, waarvan de massa één tiende van de massa der aarde bediaagt, slechts een ijle atmosfeer. Anderzijds hebben de groote planeten, zooals Uranus, die 15 maal de massa der aarde bezit en Jupiter, die een massa heeft, welke 300 maal die der aarde is, zeer dichte atmosferen; deze hebben vermoedelijk in den loop van millioenen jaren in tegenstelling met de aarde hun voorraad waterstof en helium niet kleiner zien worden.
Dat eenige planeten een atmosfeer hebben, kan men met een sterrenkijker waarnemen, hetzij doordat men wolken waarneemt of wel verschijnselen, die bij schemer ontstaan, waaruit men dit besluiten kan. De samenstelling van zoo'n atmosfeer wordt ons onthuld door den spectroscoop, die het teruggeworpen licht ontleedt en de veranderingen aantoont, die het bij het doorloopen van deze atmosfeer ondergaan heeft. Maar er komt geen licht van de zon tot ons, dat ook niet door onze atmosfeer gegaan is. De gassen, die onze atmosfeer bevat, vooral zuurstof, waterdamp en koolzuur, brengen ook wijzigingen aan in het spectrum. De lijnen van het spectrum van de atmosfeer der aarde moeten dus uit het spectrum van een ster of van een planeet worden uitgezeefd. Dat kan op twee manieren geschieden. De eene heeft plaats door vergelijking van de donkere lijnen van het spectrum van de planeet met die, welke door de atmosfeer van de aarde alleen te voorschijn geroepen worden.
Zoo kan men b.v. het spectrum van Mars met dat van de maan vergelijken. Het van Mars „geleende" zonlicht heeft op zijn weg van de zon over Mars naar de aarde tweemaal de atmosfeer van Mars doorloopen en éénmaal de atmosfeer der aarde, het licht van de maan evenwel alleen de atmosfeer van de aarde, daar de maan geen atmosfeer bezit. De tweede