KUNSTMATIGE RADIOACTIVITEIT
niettemin zeer goed mogelijk dat het proton en het neutron beide elementaire deeltjes zijn.
KUNSTMATIGE BEREIDING VAN RADIOACTIEVE ELEMENTEN.
Onze beschouwingen over de transformaties die in de atoomkernen plaats vinden, en de uitstraling veroorzaken van positieve electronen door borium en aluminium hebben een bevestiging gevonden in onze laatste proeven.
Wij hebben aangetoond dat de uitstraling van positieve electronen niet alleen geschiedt gedurende de bestraling, maar eenigen tijd voortduurt na de inwerking van de stralingsbron. We vonden dit door een blaadje aluminium aan een krachtige bron van a-straling van polonium gedurende eenige minuten bloot te stellen; als men dan het blaadje van de stralingsbron verwijdert, blijft het stralen uitzenden en wel met een intensiteit die tot op de helft afneemt in 3 minuten 15 seconden, waarbij de uitgezonden straling uit positronen bestaat.
Borium en magnesium vertoonen na bestraling ook een dergelijke radioactiviteit, welke tot op de helft vermindert in respectievelijk 14 minuten en twee en een halve minuut.
Met paraffine (waterstof en koolstof), beryllium, ammoniumnitraat (stikstof en zuurstof), calciumfluoride, natrium, phosphorus, nikkel en zilver heeft men dit verschijnsel nog niet waargenomen, wat tot reden kan hebben, öf dat het verschijnsel zich daarbij niet voordoet, öf wel dat de periode van de gevormde radioactieve stof te kort of te lang is om gemakkelijk waargenomen te worden, of ook wel dat de uitgestraalde positieve electronen te weinig doordringend zijn.
Men heeft dus hierbij kunstmatig radioactieve elementen gevormd van een nieuw type.
Wij verklaren de vorming van deze elementen op de volgende wijze. Nemen we als voorbeeld de omzetting waarbij aluminium ontleed wordt door bestraling met a-deeltjes. We kunnen de reactie in twee deelen verdeeld denken. In de eerste plaats zal de aluminiumkern (massa 27) onder opname van een a-deeltje (massa 4) overgaan in een phosphoruskern (massa 30) en een neutron (massa 1). De phosphoruskern met massa 30 is echter niet de gewone stabiele van een phosphorus