NEUTRONEN EN POSITRONEN;

a-stralen, maar het verschijnsel is niet bij alle bestraalde stoffen hetzelfde. De uitzending van positronen door beryllium hebben wij genoemd een verschijnsel van „innerlijke materialisatie". Hierbij meenen wij te moeten aannemen, dat eerst -y-stralen in de atoomkern ontstaan en dat deze weer getransformeerd worden in electronenparen, zooals boven is besproken. Bij aluminium verloopt het verschijnsel anders. De uitstraling schijnt bijna geheel te bestaan uit positieve electronen, waarvan de energie tot drie millioen electronvolt kan beloopen en men neemt geen negatieve electronen waar met een energie die daarmede vergelijkbaar is. Wij hebben deze positieve electronen beschouwd als deeltjes die direct bij de transformatie ontstaan en niet door middel van de ^-stralen. Het aluminium gaat daarbij onder uitzending van protonen over in silicium, maar in enkele gevallen zou een proton weer getransformeerd worden in een neutron en een positief electron. De uitstraling van positieve electronen door borium kan op overeenkomstige wijze verklaard worden.

DE MASSA VAN HET NEUTRON.

De bepaling van de massa van een neutron door de energie te meten welke de uitgestraalde atoomkernen hebben na de botsing van een neutron met een atoom, laat geen groote nauwkeurigheid toe. Chadwick heeft deze massa bepaald uit de energieomzettingen bij de ontleding van een boriumkern en heeft daarvoor gevonden 1.0067 (waarbij voor een zuurstofatoom de massa 16 aangenomen wordt). Wij hebben uit een andere onderstelling omtrent de wijze, waarop de transformatie van een boriumatoom geschiedt, afgeleid de waarde 1.010 -h 0.0007 voor de massa van het neutron. Ook uit de omzettingen van aluminium vindt men een dergelijke waarde.

Deze massa van het neutron is iets grooter dan die van een proton, wat goed zou passen bij de opvatting dat een neutron, een elementair deeltje, zich met een positief electron, met vrijwording van energie, zou kunnen vereenigen tot een proton, wat dan een samengesteld deeltje zou zijn. Dit is tegengesteld aan de oorspronkelijke opvatting, dat een neutron gevormd zou zijn uit een proton en een negatief electron. Het is echter