78

EEN NIEUWE WEG DEN MENSCH TE LEEREN KENNEN.

nemingen van hart, maag en andere organen — zoo gelijk aan de menschelijke — alleen met voorzichtigheid op den mensch kunnen worden toegepast onder voortdurende controle, hoeveel meer gematigdheid moet men dan niet aan den dag leggen bij het overbrengen van de nu pas verkregen nauwkeurige natuurwetenschappelijke gezichtspunten omtrent de werking van het hoogere zenuwstelsel der dieren op het overeenkomstige zenuwstelsel van den mensch!

Juist de hersenfuncties onderscheiden immers den mensch zoo scherp van de verschillende diersoorten en verhef f en hem onmetelijk hoog boven de dierenwereld! Het zou een lichtzinnigheid zijn, waarschuwt Pavlov, reeds de eerste schreden tot het leeren kennen van de physiologie der groote hemisferen te beschouwen als een soort oplossing van de reusachtige taak, door het hoogste mechanisme der menschelijke natuur gesteld. Eerst langzaam aan, onder geduldig wachten, zal de wetenschap de hersenen, ons hoogste orgaan, tot haar werkelijk eigendom maken en daarmee den voornaamsten grondslag veroveren voor het „geluk" van den mensch. Waar het op aankomt is de objectieve, volledige analyse van de geheele, onophoudelijke aanpassing, die het leven hier op aarde eischt. De beweging van de plant naar het licht en het zoeken van den mensch naar de waarheid door mathematische analyse — zijn dit eigenlijk geen verschijnselen van denzelfden aard? Zijn dat niet de uiterste schakels in dezelfde, bijna oneindige, keten van aanpassingen, die in heel de levende wereld heerscht?

De wetenschap zal de verkregen objectieve resultaten, met als leidraad de gelijkheid of de identiteit in de zichtbare uitingsvormen, vroeger of later ook op de subjectieve wereld van den mensch overbrengen en daardoor inzicht krijgen in diens geheimzinnige natuur. De wetenschap zal eveneens het mechanisme blootleggen en de vitale bedoeling van datgene wat den geest van den mensch het meest bezighoudt: zijn bewustzijn, de kwelling van zijn bewust bestaan.

Dat Pavlov's wetenschap voor de geneeskunde een machtige beteekenis heeft, valt niet te loochenen; het is hier de plaats niet om daarop verder in te gaan; maar even gaan wij met onze gedachten nog terug naar Pavlov en de psychologie. Maken