EEN NIEUWE WEG DEN MENSCH TE LEEREN KENNEN.

75

zijn voor pijn dan de huid. De gevolgtrekking is, dat het zenuwproces de richting inslaat naar den kant van „den sterkste".

Het is niet moeilijk, zich duidelijk te maken hoe groot de vitale waarde is van wat door bovengenoemde proef werd aangetoond. Wij zien dikwijls hoe gemakkelijk de dieren onder hun strijd om het voedsel „hun huid" er aan wagen. Blijkbaar is in zulk een geval het gevaar voor het bestaan van het organisme nog niet zoo groot, en het organisme hecht hooger waarde aan het verkrijgen van levensmiddelen dan het dat gevaar telt. Doch als het gevaar de beenderen bedreigt, is het organisme, om zich voor algeheelen ondergang te behoeden, genoodzaakt, tijdelijk af te zien van de taak, zich voeding te verschaffen.

Associaties en gewoonten, d.w.z. zenuwverbindingen die in het persoonlijk leven zich vormen, zijn niets anders dan reflexen. Het is duidelijk dat bedongen reflexen in zeer hooge mate meehelpen tot bewaring en welzijn van het organisme. Het orgaan er voor, de groote hemisferen, zijn een bijzonder ingewikkeld orgaan. Zoolang het organisme werkzaam is en wakker, gebeuren daar veelomvattende bewegingen in stuwende of remmende richting, al naar de telkens nieuwgevormde betrekkingen, die aan nieuwe combinaties van verschijnselen in het uit- of inwendig milieu beantwoorden; terzelfder tijd echter zijn er tegenover de gewone, herhaalde irritaties meer of minder vaste grenzen tusschen talrijke geirriteerde gebieden. Die grensscheidingen worden vlug maar niet totaal uitgewischt, als de algemeene, alles stopzettende macht, de slaap, begint. Van daar het scherpe verschil tusschen de werkelijkheid en het droombeeld, de sporen van vroegere irritaties, die gedurende den slaap op de meest onverwachte wijze gecombineerd worden. De wakende toestand wordt door de wisselende, hoofdzakelijk uit de buitenwereld stammende irritaties in stand gehouden. Normale periodieke slaap is een gevolg van een meer en meer de overhand nemenden belemmeringstoestand, in verband met de onder de zoogenaamde arbeidsperiode toenemende afmatting van het organisme in zijn geheel. Iedere min of meer langdurige irritatie, die een bepaald punt van de groote hemisfe-