EEN NIEUWE WEG DEN MENSCH TE LEEREN KENNEN.
73
het netvlies, de gezichtszenuw en de hersencellen, waarin de gezichtszenuw haar eindpunt heeft. Wanneer al de deelen van zulk een mechanisme onder den naam analysator worden saamgevat, wordt dit hiermee gerechtvaardigd, dat men in de physiologie tot nu toe nog niet een nauwkeurige scheiding in onderdeelen van den gezamenlijken arbeid kent, door den analysator verricht. De physiologie kan nog niet zeggen, dat dit deel van het werk door het peripherische en dat deel door het centrale zenuwstelsel verricht wordt.
De groote halfronden van de hersenen bestaan uit een verzameling van gespecificeerde organen; die van het oog, van het oor, van de huid, van den neus en van den mond. Pavlov's onderzoekingen hebben tot de slotsom geleid, dat het aangenomen getal daarvan vermeerderd moet worden: de halfronden hebben behalve de genoemde ook bijzondere analysators voor het ontzaggelijk groote complex van inwendige verschijnselen, die zich in het organisme zelf voordoen.
Terwijl de onvoorwaardelijke reflexen en de grovere analyse functies zijn van de lagere af deelingen in het centrale zenuwstelsel, vormen de bedongen reflexen en het fijnere analysatorwerk den grondslag voor de hoogere zenuwwerkzaamheid met zetel in de groote hemisferen. Met de omringende wereld in onophoudelijk bewegelijk verband, moet de ingewikkelde fijne correlatie van het dierlijk organisme tot die omringende wereld door de bedongen reflexen, aan voortdurende wisselingen en veranderingen onderhevig zijn. Maar dekaleidoscoop van bedongen reflexen in al haar vreemde, schijnbaar grillige en onbegrijpelijke overgangen, is in werkelijkheid nauwkeurig te bepalen door de kracht, den duur en de richting der bewegingen van de zenuwprocessen in de massa der groote hemisferen. Als een uitwendige prikkel van middelmatige sterkte zich tot de hemisferen voortplant, en deze op het gegeven oogenblik geen bepaald, uitgezocht middelpunt heeft voor verhoogde levenswerkzaamheid, dan zal de irritatie een veld met een zekere verhoogde werkzaamheid doen ontstaan. Als daarna een krachtiger prikkel op dezelfde halfronden werkt en een nieuw gebied voor incitabiliteit opeischt, dan zal er tusschen de twee gebieden, het vroegere en het nieuwe, verband ontstaan. En het zenuwproces neemt