64

VOETBAL EEN OVERBLIJFSEL VAN MAGISCHE KUNST?

vele bronnen, die den naam dragen van Zonnefonteinen. Op een bepaalde plaats in het graafschap Cork werd er bij het droogleggen van een moeras één ontdekt, die zich bevond in het midden van een steenen cirkel, die den naam droeg van Steenen van de Zon; en de losbandigheid, die de gedragingen kenmerkte bij een „pattern" (het Ierse he equivalent voor den Bretonschen term „pardon"1), vroeger op dit terrein gehouden, kwam waarschijnlijk niet voort uit een bijzonder verlangen naar liederlijkheid, maar uit de plechtige viering van een vruchtbaarheidsritus.2)

Nadat het Christendom vasten voet had verkregen in de westersche wereld — „niet om de heidensche gebruiken en gewoonten uit te roeien, maar veeleer om ze te plooien tot den dienst van God" — bleef de betrekking tusschen zon en water in zekeren zin gehandhaafd, en regen kon nog altijd, naar men geloofde, worden verkregen door een kruis of de reliquieën van een heilige onder te dompelen in een bron en het water, dat er aan bleef hangen, te sprenkelen over den grond er omheen; zoo was bijvoorbeeld de gewoonte, waargenomen tot voor weinige jaren bij de bron van Barenton, die zich bevindt in het beroemde Bosch van Broceliande of Brésilien, bij Ploërmel, in Bretagne.3) Hier zijn natuurlijk zeer waarschijnlijk het kruis of de reliquieën eenvoudig plaatsvervangers van een lateren tijd voor de een of andere voorstelling van den zonnegod (steeds machtig in de hiërarchie van den primitieven hemel), gebruikt met het oog opeen soortgelijk doel; en onze voetballers op den Dinsdag voor de Vasten schijnen eveneens gebruik te maken van een vóórChristelijk zinnebeeld bij wat met steeds grooter waarschijnlijkheid blijkt te zijn een vóór-Christelijke plechtigheid.

De waarschijnlijkheid van magischen oorsprong, die nu ten aanzien van het spel waarschijnlijk wel aannemelijk zal zijn geworden, wordt versterkt, wanneer wij de spelers zelf in beschouwing gaan nemen. Al werden in vrij vele gevallen de ploegen in het geheel niet voorbedachtelijk gekozen, in andere schijnt de traditie zelf tot een zeer belangwekkende

1) Bedevaart, waaraan aflaat verbonden is. {Vert.)

2) Eleanor Huil, Folklore of the British Isles, p. 68.

3) Mabinogion, vert. door Lady Charlotte Guest (Everyman) p. 390.