50
HET RAADSEL VAN DE MENSCHWORDING.
tertiair), die een vorm vertegenwoordigt, welke in ieder opzicht die primitiviteit bezit, welke men in dit geologisch stadium van de voorvaderen van den mensch aannemen moet.
Hier is dus het eerste positieve aanknoopingspunt voor een vaststellen van het land van oorsprong van den mensch.
Stellen wij de beide feiten tegenover elkander, dan staan de zaken aldus: In het eoceen, dus in het oud-tertiair, bevinden zich op afrikaanschen bodem de mogelijke voorouders van den mensch; in het oud-diluvium, d.i. eenige millioenen jaren later, vinden wij tenminste het geheele noordelijke Eurazië door de rassen van de 3 cultuur-groepen ingenomen. Daartusschen is, wellicht, afgezien van de Pithecanthropus erectus Dubois uit Java, uit het plioceen (jong tertiair) zoo goed als niets bekend.
Dit alles dwingt tot de volgende vragen:
1. Hoe was het mogelijk, dat de reeks Propliopithecus (oudste mensch) den primitieven bouw kon behouden?
2. Waarom worden geen sporen gevonden uit de ontzaglijke tijdruimten tusschen eoceen en oud-diluvium?
3. Welk deel der aarde komt overeenkomstig zijn klimaat en zijn geografische ligging vóór alles, met het oog op de verspreiding van den oud-diluvialen mensch, in aanmerking als oervaderland van het menschengeslacht ?
De beantwoording van deze vragen gaat uit van den volgenden gedachtengang. Wanneer zich de tusschenvormen tusschen Propliopithecus en den mensch „primitief" hebben kunnen handhaven, d.i. niet gedwongen waren zich te specialiseeren voor alles wat het gebit betreft, opdat het deugdelijk ware voor verdediging, zooals dat van de roofdieren, dan eischt dit voor deze tusschenvormen een zeer vreedzame omgeving, een soort paradijs, waarin zij aan geenerlei ernstige aanvallen zijn blootgesteld. Het moet dus een gebied geweest zijn, dat tengevolge van isoleering, hetzij door groote woestijnen, hetzij door water, een toevluchtsoord vormde, waarin zulk een vreedzame ontwikkeling ongestoord kon plaats hebben.
Hoe staat het in dit opzicht met Afrika, het vaderland van de mogelijke voorouders?
Het was een van de schoonste oogenblikken in mijn weten-