FOTOGRAFISCH ONDERZOEK VAN DEN HEMEL

nemer ontnomen, daar een bijzonder geregeld uurwerk, dat aan een sterrentijdklok is gekoppeld, ervoor zorgt, dat de plaat nauwkeurig de ster in haar beweging volgt. De waarnemer heeft dus slechts ieder half uur een nieuwe plaat in het toestel te plaatsen en het instrument op een nieuw veld in te stellen; daarna blijft het apparaat aan zich zelf overgelaten. Reeds na verloop van een jaar was bewezen, dat voor de doorvoering van het plan voldoende heldere uren ter beschikking stonden.

Naast dit langdurig loopend programma zou ieder der meewerkende sterrenwachten nog opnamen van met zorg uitgezochte velden op zich nemen. Deze opnamen werden snel achter elkaar gedaan, daar op de eerste foto's hoofdzakelijk veranderlijke sterren met lange perioden ontdekt worden, terwijl die met korte perioden beter op de snel achter elkaar volgende opnamen te zien zijn. De opnamen worden dan onder een zoogenaamden Blinkmicroscoop met elkaar vergeleken. Dit is een meetapparaat, waarbij in het oculair na nauwkeurige instelling van de beide te vergelijken opnamen spoedig de sterrenschijfjes eerst van de eene dan van de andere opname snel achter elkaar zichtbaar gemaakt kunnen worden. Beide beelden liggen zóó, dat zij elkaar precies dekken, waardoor men bij gelijke helderheid een niet-flikkerend beeld van de afzonderlijke ster te zien krijgt. Bij verschillende helderheid, wanneer dus de ster veranderlijk is, begint het beeld te flikkeren, daar de dekking der schijfjes onvolkomen is.

Een belangrijk aantal nieuwe veranderlijke sterren werd gevonden; ook gelukte het, eenige kometen op de platen van de eerste reeks aan te toonen. In het bijzonder bleken ook eenige heldere sterren veranderlijk te zijn, waarvan men het geenszins had vermoed. Hoe buitengewoon sterk het aantal der ontdekte veranderlijke sterren in de laatste jaren is gestegen, kan men goed zien in den catalogus dezer sterren, die door de Berlijnsche sterrenwacht jaarlijks wordt uitgegeven. Van de zestiende eeuw tot 1929 bleken 3200 sterren veranderlijk te zijn. De catalogus van 1930 geeft er 4000, die van 1931 reeds 4600 en in die van 1932 heeft het aantal veranderlijke sterren reeds de 5500 bereikt. W. B. II. 1934. 20