DE GEHEIMZINNIGE 2Ó00 GRAM

het hart heeft niet de kracht, de vloeistof uit de weefsels in de vaten te zuigen. Er ontstaan vochtophoopingen in de organen, ver van het hart gelegen, de enkels, de beenen, de buik, het komt tot waterzucht tengevolge van de onvoldoende hartwerking. De arts gaat nu de vochtophoopingen in de weefsels bestrijden. Door medicijnen, welke de werking van het hart en daarmee zijn opzuigende werking versterken, door zoutarm voedsel welke den „dorst" van het weefsel, zijn behoefte tot het verzamelen van vocht, tegengaat, in hoofdzaak evenwel door de beperking van het drinken, wat het hart ontlast en den vochttoevoer naar de weefsels te niet doet gaan, en tevens door urine afzettende geneesmiddelen, die het geheele lichaam ontwateren en het overtollige vocht als urine doen uitscheiden.

Volgens deze grondslagen worden de hartpatiënten behandeld. Bij velen hadden de geneesmiddelen succes, zij scheidden geweldige hoeveelheden urine uit, de vochtophoopingen verdwenen en daar zij weinig dronken, doch veel vloeistof afscheidden, nam hun lichaamsgewicht, zooals te verwachten was, af. Bij eenige zieken kon evenwel dit doel ondanks veelal dezelfde maatregelen niet bereikt worden. Zij dronken bijna niets, scheidden door de urine afdrijvende middelen eenige liters urine uit, dagen en weken lang, doch eigenaardig genoeg, namen zij in gewicht niet af, ja zij werden somtijds zelfs zwaarder! Dus ondanks een passieve stofwisselingsbalans, ondanks een verhoogde uitscheiding tegenover de opname, zelfs gewichtstoeneming!

Voor de hand liggende tegenwerping: Wellicht hebben de zieken toch in het geheim vloeistof tot zich genomen! Dat is zeer onwaarschijnlijk; de patiënten werden wel niet streng bewaakt, doch waren voor het grootste gedeelte intelligent en betrouwbaar, om hen een overtreding van het gebod van hun arts te kunnen toeschrijven, die hun zelf groote schade zou berokkenen. Bovendien brachten latere onderzoekingen van Prof. Zak een geheel andere verklaring voor deze paradoxale gewichtstoeneming. Om hierop vooruit te loopen: opneming van water uit de lucht door de huid.