DOSTOJEWSKI'S WELTANSCHAUUNG
is. De teekening van de pelsen der dieren, de schubben der visschen, ze vormen een aantrekkelijke algebra.
Verscheiden kunstfotografen hebben hun talent in dienst gesteld van de dierenwereld. Hier blijkt met welk een geduld en technische kennis een Forbin, Scherl, Fischer, Hagenbeek, Kertesz en Wilse naar de verborgen instincten van pinguins, bisons, kangeroes, spechten, slangen, kikkers, kameleons, sidderalen hebben gepeild.
G. v. M.
„Dostojewski's Weltanschauung", door Hans Prager.
Wie de wereldbeschouwing van een groot kunstenaar uit zijn werken wil leeren kennen, doet hem vaak geweld aan. Het schema, waarvan hij zich bedient, is te eng of te breed, en vóór alles is het — schema. Den organischen samenhang tusschen het kunstzinnig aanschouwen en het philosophisch denken aan te toonen, zóó aan te toonen, dat geen van beiden tekort wordt gedaan, is zeer zeker geen gemakkelijke taak. Om hem naar behooren te kunnen vervullen, moet men in beide sferen thuis zijn.
Den schrijver van het boek, waarvan de titel hierboven staat, Dr. H. Prager, moet men deze qualiteiten in hooge mate toekennen. Hij zoekt in Dostojewski's oeuvre niet de bevestiging van een vooropgezette theorie, hij laat den meester zelf aan het woord, en hij tracht in diens woorden de leidende gedachte op te sporen, die zijn geheele werk door te volgen is.
Deze gedachte is het geweldige conflict tusschen individualisme en universalisme, hetwelk in de vier voornaamste romans van Dostojewski wordt uitgebeeld: „Schuld en Boete", „Demonen", ,,De Idioot" en „De Gebroeders Karamasoff".
En wel dusdanig, dat de beide eerstgenoemde romans het individualisme in zijn abstracten, intellectualistischen vorm behandelen, de beide laatstgenoemden in zijn metaphysisch-reëelen vorm.
Onder abstract individualisme is een dusdanig te verstaan, waarin het individu voornamelijk door zijn intellect, welks werkzaamheid een onderscheidende — afleiding der begrippen uit den stroom der verschijnselen en processen — is, zich tegenover de wereld stelt en vasthoudt aan zijn isolatie. Deze gemoedstoestand stort van de schijnhoogte van het verstand, dat alle dingen uiteenrafelt, in den afgrond van het uiterste nihilisme, zij is prijsgegeven aan alle demonen der misdaad en waanzin. Voorbeelden hiervan zijn: Raskolnikow, die zich door een bloedeloos, koud-verstandelijk