KORTE MEDEDEELINGEN.
Vleeschextract uit walvischvleesch.
In de laatste jaren is er een teveel aan walvischvleesch, daar de margarine-industrie, die sinds langen tijd de voornaamste verbruiker van traan is, de te gebruiken hoeveelheid in belangrijke mate moest beperken. Daardoor heeft men, vooral in Noorwegen, naar nieuwe wegen gezocht voor het gebruik van walvischvleesch; van de mogelijkheid een nieuw middel te vinden om dit te gebruiken, hangt toch het rendabel maken van de walvischvlooten af.
In den vorigen vangtijd heeft men in Noorwegen een methode gevonden om uit het afval van de walvisch een waardevol veevoeder te vervaardigen, dat veel op vischmeel gelijkt. Daarna heeft men eveneens in Noorwegen in grooten omvang het gebruik van walvischvleesch voor de menschelijke voeding in toepassing gebracht, daar walvischvleesch eenigszins op rundvleesch gelijkt.
Voor den vangtijd van dit seizoen werd de traankokenj „Sir James Clark Ross", die weer aan de Zuidpool in werking is, met een nieuwe uitvinding uit Zweden toegerust, waarbij het walvischvleesch voor de bereiding van vleeschextract kan worden gebruikt.
Het walvischvleesch wordt met water en traan gekookt en in stukken gesneden om daarna in bijzondere vaten te worden ingemaakt. De op deze wijze bewerkte vleeschmassa wordt een soort ragout. In dezen vorm wordt het vleesch dan tot de aankomst in het moederland bewaard.
Daarna wordt in een fabriek in Noorwegen dit walvischragout tot vleeschextract verwerkt. De kokerijen zullen dit jaar 3000 ton van dit ragout aanbrengen en daarvan zouden ongeveer 600 ton vleeschextract vervaardigd worden.
Wanneer deze proefneming bevredigend zou verloopen, dan zou een belangrijk deel van het goede vleesch van de walvisch regelmatig verwerkt kunnen worden. Daar dit vleesch billijker zou zijn dan rundvleesch, zou op deze wijze concurrentie met de bouillonfabrieken mogelijk zijn.
G. v. M.