EEN POGING TOT RATIONEELE VERKLARING.

295

zetten, beginnen met stuk voor stuk het meerendeel van de werken in beschouwing te nemen, die met Shakespeare's naam onderteekend zijn of die men hem toeschrijft, daarbij de vermoedelijke chronologische orde volgende, zooals zij door een van zijn uitnemendste levensbeschrijvers, Sir Sidney Lee, werd aangenomen.

Er is slechts weinig bekend van het eerste van die stukken: Love's labour's lost, opgevoerd in 1592 en gepubliceerd in 1598. Maar Two gentlemen of Verona, dat in hetzelfde jaar werd opgevoerd, is stellig een bewerking van de Geschiedenis van Felix en Philomena, in 1584 voor het Engelsche hof gespeeld.

De Comedy of Errors handelt over het zelfde onderwerp als l'Histoire de la Méprise, dat in 1576 in Hampton Court gespeeld werd. De beide stukken zijn ontleend aan de Menaechmi van Plautus, dat handelt over de sprekende gelijkenis tusschen een paar tweelingen.

De geschiedenis van Romeo en Julia — eene ware gebeurtenis — werd in 1535 voor het eerst behandeld door Luigi di Porto, een edelman van Nicenza, in zijn roman Giuletta, die groot succes had. Zij werd in 1554 opnieuw behandeld door bisschop Matteo Bandello. De Fransche schrijver Boisteau de Laumay gaf er in 1559 een bewerking van. Is het het verhaal van Bandello of de bewerking van Boisteau, welke de aandacht trok van den Engelschen dichter Arthur Brooke (of Broke)? Zooveel is zeker, dat het onderwerp hem aanleiding gaf tot zijn gedicht: ,,De tragische geschiedenis van Romeo en Julia, bevattende een zeldzaam voorbeeld van oprechte trouw, met de sluwe en practische raadgevingen van een ouden monnik en derzelver droevig gevolg," zooals de titel nauwkeurig luidt. Brooke gaf zijn werk uit in 1562. Vijf jaar later, in 1567, vertaalde een andere Engelschman, William Painter, het werk van Boisteau de Launey rechtstreeks onder den titel Romeo en Julia.

In *593 üet William Shakespeare, volgens professor Drake, Romeo en Julia opvoeren. Kende hij het werk van Luigi di Porto of dat van Bandello? Tegenwoordig neemt men veeleer aan, dat zijn werk voornamelijk geïnspireerd werd door de lectuur van het gedicht van Arthur Pembroke, eer dan door