HET OVER BEVOLKINGSVRAAGSTUK IN JAPAN.

287

draagt. De vermeerdering der opbrengst door intensiever rijstbouw, die in de laatste halve eeuw verkregen werd, schijnt nu haar uiterste grens te hebben bereikt.*)

Toch hebben optimisten berekend, dat de productie van voedsel nog met 33% kan toenemen, d.i. genoeg voor een vermeerdering der bevolking met 20 millioen. Maar die vermeerdering van productie zou vijftig jaren vragen; terwijl de toeneming der bevolking met twintig millioen binnen vijf-entwintig jaren zou geschieden! Derhalve kan deze berekening de bezorgdheid niet wegnemen. Wellicht is door uitbreiding van den aardappelen- en vooral van den batatenbouw een vermeerdering of verbetering van volksvoedsel te verkrijgen. Van de veeteelt en paardenfokkerij is als bestaansmiddel weinig of geen hulp te verwachten: de armzalige Japansche koe, meestal trekdier, geeft weinig melk, het inlandsche paard is klein en zwak; de ingevoerde fokdieren sterven binnen twee jaren. Het gebrek aan goede weiden doet zich levendig gevoelen. Geiten en schapen komen niet voor. De vruchtenteelt laat alles te wenschen over. De Japansche kers bloeit, het is waar, prachtig, maar wordt alleen daarom geplant.

Op Hondo of Hensjoe2), Kioesjoe en Sjikokoe met de bijbehoorende eilandjes, die van ouds het Japansche rijk vormden, moeten de nog open, bruikbare plaatsen met de lantaren gezocht worden. Intensiever bouw, zoo nog mogelijk, zou hier de opbrengst moeten verhoogen.

Hokkaido3), voor een eeuw nog een woest eiland, dunbevolkt met de wilde Ainos, kan nog plaats bieden aan velen. De Japansche regeering is dan ook reeds lang geleden begonnen met het te koloniseeren. Maar de Japannees voelde

1) Vergeleken met die van tien jaar geleden, vertoont de met rijst en ander graan bebouwde oppervlakte (rijst 2.970.000 chö of H.A., gerst 670.000, haver 690.000, ander graan 543.000) weinig vermeerdering. Japan schijnt het maximum van de rijst-cultuur te hebben bereikt (D' Autremcr. 1910).

2) Zoo heet het tegenwoordig op de meeste atlassen. De naam Nihon of ^ippon is de bij de Japanneezen gebruikelijke naam voor het geheele rijk.

3) Bij Keizerlijk Besluit van 1869 is de naam Jesso (== Barbaren) zooals het eiland genoemd werd om de oorspronkelijke barbaarsche bevolking (de Ainos) vervangen door dien van Hokkaido, welke naam echter ook gebruikt wordt voor het hoofd-eiland Hokusiu met de vele bijbehoorende eilanden.