286
HET O VER BEVOLKINGSVRAAGSTUK IN JAPAN.
eerste, het eenige land der wereld, aan het ,,Japan über Alles" werd algemeen. Door de 27.000 onderwijzers der lagere school, door tijdschriften en dagbladen werd het ieder ingeprent, dat een talrijke bevolking zoowel voor den aanval als voor de verdediging onmisbaar was en dat dus ieder rechtgeaard onderdaan van den Keizer voor die toeneming der nationale kracht moest ijveren. Zoo krachtig was de propaganda daarvoor, dat groote gezinnen algemeen als een heilige instelling werden beschouwd en zoo algemeen, dat de vreemdeling dit geloof niet voor een, in korten tijd kunstig opgewekte meening, maar voor een eeuwenoude, diep gewortelde volksovertuiging hield. Vooral na de zegepraal op China en de, vooral door Russischen invloed afgedwongen vernederende wijziging van de mooie vredesbepalingen, en meer nog, toen Rusland zich te Port Arthur vestigde, toen steeg de vaderlandsliefde tot het kookpunt en werden de steeds mooier wordende geboortestatistieken meer dan ooit met gejubel ontvangen.
Zooals men weet, brak de oorlog weldra uit; de groote, plompe Russische reus werd door den kleinen, lenigen Japanschen dwerg verslagen. Bij den vrede van Portsmouth kreeg Japan wel uitbreiding van gebied: 't Protectoraat over Korea en de rechten van Rusland op Port Arthur en Zuid-Mandsjoerije; maar het ontving niet de groote oorlogsschadevergoeding, zooals Duitschland na den oorlog van 1870. De Rus mocht zijn beurs gesloten houden. En Japan had er zoo vast op gerekend en had die zoo broodnoodig.
Bij de groote oorlogsschuld en de zware belasting bleek het steeds moeilijker het voortdurend grooter wordende aantal monden te vullen. Het voedselvraagstuk trok steeds meer de aandacht. Hoe kon men zorgen, dat de ruim een millioen nieuwe bewoners, die ieder jaar bracht, de tafel voor zich gedekt vonden ?
Het rijk bestaat voor een zeer groot gedeelte (80% ongeveer) uit bergland. Wat voor landbouw geschikt is, werd, vooral na 1868, reeds grootendeels ontgonnen. Hier en daar is het rijstland verminderd, doordat droge rijstbouw niet bij den Japannees in den smaak valt, zoodat een aanzienlijk gedeelte van het rijstland tegen de berghellingen, nu moerbeiboomen