MARX EN DE LITERATUUR

Marx en de Literatuur

James T. Farrell, A Note on literary Criticism. Constable & Co. Ltd., London 1936. (221 p. Pr. 7/6 net).

Zelden was de behoefte zoo sterk, zich op principes te bezinnen als in den tegenwoordigen tijd, nu allerwegen kenteekenen aan te wijzen zijn van een verandering, die later wellicht een omwenteling zal kunnen worden geheeten. En het is begrijpelijk, dat deze strooming zich ook op het cultuurgebied der literatuur met minder krachtig dan elders openbaart. Hieruit is dan ook te verklaren hoe de auteur van het succesvolle „Studs Lonigan", hoewel zich zelf een dilettant op het gebied der kritiek noemend, toch ertoe kwam A Note on literary Criticism" te publiceeren, nml. om daarmee een discussie te openen, die naar zijn inzicht de fundamentele problemen in literatuur en critiek — hun wederzijdsche betrekking en die tot onzen tijd - in het centrum der belangstelling wil plaatsen Inderdaad zijn die problemen deze belangstelling overwaard en de Europeaan kan geacht worden voor een en ander met minder interesse te bezitten dan het Amerikaansche publiek, waarvoor het boek geschreven is, terwijl het bovendien de discussie vergemakkelijkt, dat de schrijver zich aandient en ook toont te zijn: een uitgesproken Marxist.

Het is de laatste omstandigheid, die ons ertoe bracht den naam Marx in onzen titel onder te brengen, want voor een groot deel doet Farrell niets anders dan het begrip Marxistische literatuurcritiek duidelijker, scherper en vooral beter stellen. Het heeft terecht menigeens verbazing gewekt, dat de historisch materialistische literatuurbeschouwing zich zoo dikwijls heeft laten verleiden tot het aannemen van een streng parallelisme tusschen cultuur en economie en het zal dan ook velen een aangename verrassing zijn hier opnieuw in Farrell's boek tot de ontdekking te komen, dat die verregaande simplificatie in het geheel niet in de bedoeling van Marx noch van Engels gelegen heeft. Vooral in dezen is het boek radicaal instructief; het ruimt misverstanden op, die m enorme massa een goed inzicht verhinderen en niet in het minst daaraan dankt het een groot deel van zijn beteekenis. Duidelijk belicht het Marx' en Engels' meening, dat het economische slechts een — zij het zeer voorname — factor was, maar dat daarnaast andere factoren heelemaal niet buitengesloten mogen worden. Ziedaar een bijna totale omkeering der kwestie, voor welker felle belichting men Farrell prijzen kan.